Onderzoek 1: De tekenaars van pocketverhalen die gepubliceed zijn vanaf 2000
Ik heb gekeken naar de tekenaars van de pocketverhalen die gepubliceerd zijn vanaf 2000. Het gaat dus om de publicatiedatum, niet om het jaar waaruit de code komt. Dit betreft alle verhalen die:
-in de Nederlandse pockets gepubliceerd zijn vanaf 2000 (voorbeelden: Donald gaat voor goud, Hoop doet leven, De rampenbestrijder, De jacht op de schat en De strijd om het frietje)
-in de Nederlandse dubbelpockets gepubliceed zijn vanaf 2000 (voorbeelden: Een speurneus ziet ze vliegen!, Helden en schurken, Een eend duikt altijd wel weer op, De boevencursus en Het geldmonster)
-nog niet in Nederland zijn verschenen (die misschien later nog verschijnen) maar wel in buitenlandse pockets vanaf 2000 (voorbeelden: Who's Who?, Blue Rain, Invasion Of THe Killer Penguins, Bride Of Webfoot en Wha's Happ'nin', Dood?)
De volgende artiesten heb ik in mijn onderzoek opgenomen: Massimo Fecchi, Flemming Andersen, Antoni Bancells Pujadas, Miguel Fernandez Martinez, Pasquale Venzanio, Giorgio Cavazzano, Joaquín Cañizares Sanchez, Xavier Vives Mateu, José Maria Manrique, Maximino Tortajada Aguilar, Cèsar Ferioli Pelaez en José Antonio González. De rest van de artiesten zijn overige artiesten (voorbeelden: Marco Rota, Mårdøn Smet, Luciano Marcato, José Carrion en Roberto Ronchi). Dit zijn meestal artiesten die slechts een paar pocketverhalen hebben getekend.
Uit mijn onderzoek blijkt dat:
-Massimo Fecchi de meeste pocketverhalen vanaf 2000 heeft getekend: in de jaren 2002 (25%), 2003 (28%), 2004 (26%), 2006 (31%), 2007, (22%) 2008 (26%) en 2009 (24%) had hij het hoogste percentage van het aantal totaal verhalen getekend. Ook dit jaar is hij weer hard op weg naar de top.
-Antoni Bancells Pujadas in de jaren 2000 en 2007 het hoogste percentage van het aantal verhalen had getekend. Let op: in 2007 hebben Bancells en Fecchi hetzelfde percentage (22%)!
-Flemming Andersen in 2005 het hoogste percentage had getekend (23%).
-Miguel Fernandez Marinez in 2001 het hoogste percentage had getekend (21%).
-in 2001 tot nu toe de meeste pocketverhalen zijn gepubliceerd: maar liefst 45.
-in 2009 tot nu toe de minste pocketverhalen zijn gepubliceerd: slechts 29.
Met behulp van grafiektool.nl heb ik ook grafieken van iedere tekenaar gemaakt. Hieronder staan de 13 grafieken met enkele uitleg erbij. De grafiek heeft alleen betrekking op de jaren waarin de tekenaar actief was. Helaas was het niet mogelijk om é, è en meerdere van die vreemde tekens te typen.
Massimo Fecchi begon wat moeizaam, maar herstelde zich in 2003. Daarna zakte hij wat, om vervolgens weer te stijgen naar de top. Hij zakte daarna wederom, om toen weer te stijgen en daarna weer te dalen.
Flemming Andersen klom langzaam naar de top in 2005. Hij daalde, maar kwam in 2008 terug op die top.
Antoni Bancells Pujadas begon goed, maar zakte flink. Toen steeg hij een beetje, maar daarna zakte hij wederom. Vervolgens bleef hij drie jaar op dezelfde lijn, waarna hij opeens een piek bereikte. Daarna zakte hij en toen steeg hij weer een beetje.
Joaquín Cañizares Sanchez ging over hoge bergen en door diepe dalen. Zijn top was in 2005, maar daarna zakte hij. Ik verwacht dat hij ook dit jaar verder zal dalen, omdat er nog maar 1 verhaal van hem dit jaar is gepubliceerd.
José Antonio González heeft lage percentages, omdat er niet zo heel veel verhalen van hem gepubliceerd zijn vanaf 2000. Meestal zit hij rond de 3% of 6%.
In de grafiek van Miguel Fernandez Martinez zit een duidelijk patroon. Eerst een stijging, dan een daling. Daarna weer een stijging en toen weer een daling. Miguel begon goed, maar het was een aflopende zaak.
Pasquale Venzanio ging over hoge beren en door diepe dalen, maar bereikte toch de top in 2004. Daarna daalde hij.
Xavier Vives Mateu zit veelal rond de 3%. Hij begon redelijk, zakte, maar daarna steeg hij flink. Hij daalde weer en toen bleef hij gelijk om vervolgens weer te stijgen. Daarna zagen we twee jaar niets meer van hem, om in 2009 toch nog een verhaal te laten zien.
Maximino Tortajada Aguilar begon met stijgen, maar daalde daarna naar nul. In 2004 steeg hij weer, om vervolgens wederom te zakken naar nul. In 2006 liet hij nog van zich horen, maar daarna hebben we hem niet meer gezien.
Cèsar Ferioli Pelaez hangt alleen maar rond de 3%. In 2006 was het nul, maar voor de rest was het allemaal 3%.
Een weinig interessante grafiek. Giorgio Cavazzano is nog maar sinds 2008 actief en heeft in zowel 2008 als 2009 10% van alle verhalen getekend.
Nog minder interessant is de grafiek van José Maria Manrique. Omder er maar twee jaren zijn waarin deze tekenaar actief was, is de grafiek een rechte lijn.
De overige tekenaars begonnen met stijgen om daarna flink te dalen. Ze bleven op nul en vervolgens stegen ze weer. Daarna daalden ze weer naar nul om in 2009 toch nog te stijgen.
Heb je vragen of opmerkingen? Stuur mij een mailtje of zet het in dit topic.
Wil je het gehele onderzoek zien? Stuur mij een mailtje en ik stuur je het Excel bestand en de grafieken.