From: D.M. van Eijmeren
To: Thom Roep
Sent: Thursday, July 08, 2010 9:01 PM
Subject: In antwoord op uw schrijven van 29 maart
Beste Thom Roep,
Allereerst bedank ik u vriendelijk voor uw antwoorden tot op heden. Zoals beloofd in mijn e-mail van 2 april 2010, volgt bij dezen mijn resterende antwoord op uw e-mail van 29 maart.
-Go Slowly Sands of Time staat voorlopig nog beslist op de lijst van items die in de Beste Verhalenreeks worden opgenomen.
Volgens een nieuwsbericht op McDrake heeft het komende Beste Verhalen-album, nummer 135, de titel 'Als Hekkensluiter'. Die titel lijkt te suggereren, dat dit album het laatste van de reeks zal zijn. Is dat correct? Er resteert meer Barks-materiaal dan in de gemiddelde dikte van één album past, waaronder dus het geïllustreerde tekstverhaal 'Go Slowly Sands of Time'.
Wilt u hier duidelijkheid over geven? Stopt de reeks met nummer 135? Komt Barks's versie van 'Go Slowly Sands of Time' toch niet in de reeks?
-Wat betreft Otto van Drakenstein en Diederik Duck werd halverwege de jaren ’70 door de toenmalige hoofdredacteur besloten de twee geruisloos af te voeren. Voornaamste reden was toentertijd , vermoedelijk, het gebrek aan verhalen. Dat ik ze zelf minder leuk vind, zal ik niet ontkennen. Het klopt dat af en toe Otto in Willie veranderd werd, omdat de nieuwere generatie lezers eerstgenoemde niet direct zouden herkennen. Het klopt ook dat we daarom Diederik wijzigden. Laatst nog op de cover van Kerstspecial 2007 als ik het goed heb. Of dat eeuwig zo blijft is niet te voorspellen. Geldt ook voor Ega Beva, Leo de Beo of bijvoorbeeld Super Goof.
Waarom vindt u Otto van Drakenstein en Diederik Duck minder leuk?
Moeten Otto en Diederik door een nieuwere generatie lezers herkend worden als personages van vroeger? Voor die generatie zijn het gewoon nieuwe personages, zoals "Oom Shabby" in Donald Duck Weekblad 2009-38.
http://coa.inducks.org/story.php?c=D+2006-286Personages zoals Otto en Diederik zijn bij de nieuwere generatie Nederlandse lezers bekend van de Nederlandse pockets, waarvan de verhalenselectie buiten uw beleid om wordt samengesteld. Lezers zien en herkennen Otto en Diederik, maar u negeert dat volkomen in uw antwoord.
U schrijft, over uw weigering:
"Of dat eeuwig zo blijft is niet te voorspellen." Met zo'n uitspraak zet u uw beleid neer als een mysterie, waar de lezer naar mag raden.
Nadat Barks begin jaren '60 door een lezer werd gevraagd waar Buurman Bolderbast gebleven was sinds de jaren '40, maakte Barks nieuwe verhalen met dit personage. Niks moeilijk doen over vergetelheid. De lezer vraagt Bolderbast, de lezer krijgt Bolderbast. Zo kan het dus ook.
http://coa.inducks.org/story.php?c=W+WDC+281-02Diederik is recent in advertenties te zien geweest in het Weekblad, afgebeeld op de voorplaat van Dubbelpocket 36. Deze voorplaat is getekend door uw tekenaar Michel Nadorp.
http://coa.inducks.org/story.php?c=HC+DUP+36Bij een TNT-postzegelserie is onlangs een Nederlands stripverhaal verschenen waarin een personage verdacht veel op Diederik lijkt.
http://coa.inducks.org/s.php?c=H+2010-037Supergoof heeft een verhaal in de pas verschenen Dubbelpocket 37.
http://coa.inducks.org/s.php?c=I+TL+2435-3U heeft mij tot dusver geen duidelijke redenen gegeven om personages zoals Otto en Diederik te weigeren in Donald Duck Weekblad.
-Het standgebeuren. Ik schreef ‘het is onder meer deels aan jou te danken…etc. ‘
We zijn de laatste jaren niet of nauwelijks meer aanwezig of actief op beurzen. De voornaamste reden hiervoor is dat de mensen van onze marketingafdeling hun budget voor andere dingen aanwenden. Dit soort beurzen levert hen behalve alleen maar extra werk, niets op. Er boeken verkopen botst eigenlijk met de belangen van de aanwezige standhouders, die dezelfde boeken ook aanbieden en verder kost het alleen maar tijd, die het bedrijf doormiddel van declaraties of het geven van vrije dagen ter compensatie moet vergoeden. De redacteuren gaan tegenwoordig liever voor eigen rekening naar zulke manifestaties om hun collectie aan te vullen. Mede omdat ze een paar jaar geleden teleurgesteld waren in het feit dat een aantal mensen, dat om tekeningen en handtekeningen vroeg en McDuck (was het toen nog) ter sprake bracht, later op het internetforum veel gemopper en geklaag lieten horen, werd mij verteld.
Ja, u schreef "het is onder meer deels aan jou te danken…" De zinsnede "onder meer deels" is volgens mij dubbelop, als ware het een extra slag om de arm.
Mij is niets bekend over de mensen waarover u schrijft. Voor mij is uw informatie nieuw.
Ik ben, minstens vanaf mijn eerste kennismaking met McDuck in januari 2005, niet meer op een stripbeurs geweest. Dus ik kan het niet zijn, die er McDuck ter sprake bracht. En zoals u zelf al vermeldt, baseert u zich op van-horen-zeggen.
U doet een schot in het duister. U vraagt aan mij een strijdbijl te begraven, maar u hakt er zelf aardig op los. En wat levert het u op? De indruk dat de Roepredactie zo slecht tegen kritiek kan, dat een aantal mopperende lezers al een factor kan zijn om de Duckstand op te doeken. Terwijl er jaarlijks ontelbaar veel mensen in de rij stonden voor een tekening.
In een interview in Striprofiel 1976-04 vertelde u over Henkie Jansen, een alias van u in de brievenbus van Donald Duck Weekblad 1975-17. U wilde reacties uitlokken met een negatieve fakebrief, vertelde u. Deze actie staat in contrast met uw huidige afkeer van gemopper en geklaag. Als een Henkie Jansen naar de stripbeurs gaat, dan is dat een factor de Duckstand te staken?
-Carnaval is natuurlijk geen taboe in Donald Duck. We hebben immers carnavalsverhalen (ook van Barks) en voorplaten gepubliceerd? Dat er een derde Prinses Asterverhaal werd afgekeurd lag echt niet uitsluitend aan dit thema. Er zijn twee verhalen van Aster in Duck geweest en er is één album verschenen, waarvan de verkoop helaas dusdanig tegenviel, dat van verdere publicatie werd afgezien.
De afkeuring lag "niet uitsluitend" aan het thema carnaval. Dus toch wel deels? Misschien is carnaval te seizoensgericht voor een beginnende strip? (In dat geval had de naam van het feest misschien veranderd kunnen worden.)
-Credits. In een aantal albums worden af en toe credits vermeld. Grappigste Avonturen uiteraard; die serie is voor een deel op auteurs gebaseerd. In Donald Duck doen we dit niet, tenzij directie, uitgever of The Walt Disney Company dit de redactie zou opleggen.
Ik weet dat we hierin uitzonderlijk zijn, maar van de meer dan een miljoen wekelijkse lezers is er slechts een paar honderd man geïnteresseerd in de mogelijk storende en afleidende teksten met soms onuitspreekbare buitenlandse namen die plot, script, potlood, inkt en zoals in sommige landen zelfs kleurders, letteraars en vertalers opsommen.
Iemand die hier écht in is geïnteresseerd heeft wel enthousiasme, contacten en mogelijkheden (Inducks bijvoorbeeld) om erachter te komen. We maken er ook geen geheim van als iemand er naar informeert. Integendeel, we verstrekken de credits graag (Hoera voor Harry Fluks!) om ze te laten rubriceren. De doorsnee Ducklezer gaat het om de stripfiguren en niet om de makers. Kuifje kent iedereen, maar dat Hergé de geestelijk vader is en dat er ook door studiomedewerkers aan getekend werd interesseert slechts een heel klein groepje specifieke liefhebbers. Als je een autoliefhebber zou zijn die helemaal gek was van, noem maar wat... een Toyota Corolla, dan weet je als autofan heus wel dat dit opvallende, specifieke model ontworpen werd door de designer Hota Takoma en dat Taka Tomita het interieur ontwierp. Je zou raar opkijken als je die twee namen onder het merk Toyota op de wagen aantrof.
Ondertussen staat uw naam wekelijks in het Weekblad. U heeft me verteld dat de vermelding van uw naam in het colofon, verplicht is binnen de regels van uitgeverij Sanoma. Maar dat neemt niet weg, dat deze situatie gunstig voor u uitpakt. Uw kansen op de stripmarkt staan er zo beter voor dan die van anonieme medewerkers zoals Frank Jonker en Mau Heymans.
Hoe mooi u ook kunt vertellen over Hergé en Toyota, de naam Thom Roep prijkt wekelijks in Donald Duck Weekblad. En, wilt u zichzelf vergelijken met Hergé?
Waarom wilt u uitzonderlijk zijn in het weigeren van credits? Doen de andere landen het niet goed?
Onuitspreekbaarheid van buitenlandse namen is totaal geen argument om credits te weigeren. Het lijkt op discriminatie.
Volgens nieuws op McDrake staat u straks afgebeeld op de voorplaat van Beste Verhalen-album 135, samen met Carl Barks. Is deze verering van uw persoon ook verplicht? U verwijdert Disney-personages van de voorplaat van Kerstspecial 2007, omdat de nieuwere generatie lezers ze niet direct zou herkennen. Maar zelf bent u op een voorplaat van een aan Barks gewijd album te zien? Kennen de lezers u soms wel? Waarom wordt uw beeltenis niet weggewit?
Dat men u zou moeten "opleggen" om mensen eer van hun werk te geven, vind ik interessant om te lezen. Thom Roep krijgt eer, maar gunt geen eer aan zijn scenaristen en tekenaars.
-De veranderingen bij meneer vos in het herdrukverhaal zijn uitgevoerd door onze chef van de Art-afdeling. Zijn reden hiervoor ken ik niet. Ik laat een dergelijke beslissing volledig aan zijn vakmanschap over. Dit geldt ook voor het wel of niet indelen van Piet Wijns wolfverhaal, iets dat door een andere verantwoordelijke wordt gedaan.
U wijst nu naar lagere afdelingen. Jammer.
Donald Duck Weekblad is een stripblad. Maar als klassiek tekenwerk van een grootheid zoals Ed van Schuijlenburg gewijzigd wordt, weet u daar als hoofdredacteur niets vanaf?
Uw afstandelijke houding jegens Piet Wijn's Wolfverhaal 'Keep Your Eye On The Clock' vind ik teleurstellend. Piet Wijn kan legendarisch goed tekenen, dat weet u als de beste. Maar als een verloren verhaal van hem opduikt, dan laat het lot daarvan u koud.
-Brengt me uiteindelijk naar ‘Somewhere in Nowhere”. Jouw reactie met de verwijzing naar Pat Blocks uitspraak kende ik niet en vond ik erg interessant. Ik heb toevallig deze week de Noorse hoofdredacteur gesproken die nog wist te melden dat hij brieven had van Vicar, waarin deze ooit schreef dat hij vóór Block benaderd was, maar dat de managers zijn prijs te hoog vonden.
Het verhaal is/wordt volgens mij ook niet erkend en toegevoegd door Egmont, want op een beschouwend artikel na, staat/komt het niet in de Scandinavische Verzamelde Werken-reeks. In de Finse Aku Ankka nr. 11 (17 maart 2010) is zojuist het verhaal D 2008-364 gepubliceerd met een voorwoord van hoofdredacteur Jukka Heiskanen. Ik heb Jukka gevraagd of hij wilde samenvatten wat er stond en of hij toestemming gaf zijn schrijven op te nemen in de wetenschap dat je het op internet zou zetten: [...]
To put it briefly, I explain in the article quite frankly why Somewhere In Nowhere was so bad and why we haven’t ever published it in Finnish anywhere. And of course why our lead story is a much more successful job. I also tell my personal memory from the spring of 1997. Markku and I attended Barks’ 96th birthday party in Florida, and we happened to be in his hotel suite when Pat Block and John Lustig came to show him (and the managers) Block’s originals for the story. Barks was very polite, nodded here and there approvingly, but one could clearly see his lack of enthusiasm with the project. So, he was kind of involved for sure, but in a very distant way. The complicated adventure story had evolved a long way from his original story idea.
I read somewhere that also Jippes as first asked to draw the thing, but he didn’t like it. But I think the new 12-page version that he has now done is a quite good!
Deze samenvatting van Jukka Heiskanen biedt geen verklaring voor de bijdragen van Barks, die onder meer te zien zijn op het potloodwerk van Pat Block.
Dat Barks weinig enthousiasme toonde is voor een hoofdredacteur zelden of nooit een criterium geweest. Zo heeft Barks de Jonge Woudloper-scenario's met wat tegenzin gemaakt. (Zie zijn brieven.) Barks had ook geen zin om zijn scenario voor 'King Scrooge The First' uit te tekenen. Dus waarom moet Barks 20-30 jaar later wel zichtbaar enthousiast zijn, in de ogen van een redacteur?
Ondertussen is in de Beste Verhalen-albums maar liefst tweemaal een uitwerking gepubliceerd van een onvoltooid, door Barks zélf afgekeurd verhaal: 'The Pied Piper Of Duckburg'. Onbekend is wat voor einde Barks voor ogen had. Barks heeft maar 3 pagina's geschetst, waarvan hij ingrediënten heeft hergebruikt in andere verhalen.
http://coa.inducks.org/s.php?c=CX+OS+1047Don Rosa heeft er een verhaal van 8 pagina's van gemaakt, waarvan hij 5 pagina's helemaal zelf heeft bedacht. Jippes heeft er een verhaal van 9 pagina's van gemaakt, waarvan 6 pagina's van hemzelf zijn. Jippes's versie lijkt voor een belangrijk deel overgenomen van Rosa. Het invoegen van het geldpakhuis op de heuvel is namelijk een idee van Rosa. Barks's versie heeft het pakhuis aan een straat, zoals ook is te zien in zijn Wortel-verhaal 'Cave of the Winds'.
http://coa.inducks.org/s.php?c=W+OS+1095-02Barks heeft niets met die uitwerkingen van Rosa en Jippes te maken gehad. Totaal niets. Beide artiesten hebben aanpassingen gemaakt in Barks's gedeelte, om er hun einde aan te kunnen breien.
Waarom zijn deze verhalen geplaatst in albums 133 en 134, plus artikel? Het zijn twee aangelengde versies van één verhaal uit Barks's prullenbak.
U doet uw best om Barks's bijdragen aan 'Somewhere In Nowhere' te bagatelliseren. Maar u plaatst wel materiaal dat geheel buiten Barks om is gemaakt!
De informatie van Block negeert u. Ook al noemt u deze "erg interessant".
Daniël, dit antwoord is langer geworden dan ik van plan was en dan waar ik eigenlijk tijd voor heb. Je zult terecht opmerken dat ik niet op al je vragen en opmerkingen gereageerd heb. Bewust, want er zijn antwoorden die ik je niet wil, mag en dus kan geven, wetende dat je ze toch zonder overleg op je site publiceert.
Aan antwoorden die alleen voor mij zijn bestemd heb ik niets. Dit heb ik uitgelegd in mijn e-mail van 21 maart. Ik wil geen geheimzinnigheid.
Ik vind het echter wel prettig, omdat jij je laatste schrijven op een beleefde manier afsloot, dit ook te doen;
Bedankt voor het idee om de illustratie van Carl Barks, die we in 1994 van de goede man ontvingen, in De Beste Verhalen af te drukken. Dat ding ligt hier maar achter slot en grendel (veel te bang dat-ie anders gepikt wordt) en we waren zelf niet op dit idee gekomen.
Graag gedaan! Bedankt voor de kans om u schriftelijk te kunnen benaderen.
Vanzelfsprekend dien ik te begrijpen, dat u geen volledige openheid kunt of wilt geven in het openbaar. Laat staan op internet. Wat voor mij een hobby is, is voor u uw broodwinning. U heeft een product te verkopen.
Het denken aan de kassa begint akelige trekjes te vertonen. Op pocket 159 is een rugtekening begonnen die zou eindigen op nummer 175. Vanaf pocket 172 is nummer 175 plotseling veranderd in 174½, een extra pocket die alleen herdrukken bevat, van verhalen uit een voetbalpocket van pas drie jaar geleden (2006).
http://coa.inducks.org/issue.php?c=nl/POE+2010Zo'n herdrukpocket is voor de verzamelaar natuurlijk overbodig. Maar in advertenties staat:
"P.S. Voor de verzamelaars: deze pocket is onderdeel van de rugtekening!"Oom Donald zit de trouwe koper dus echt te belazeren, om zoveel mogelijk geld binnen te slepen. Daar leent u uw naam voor.
Vroeger was u hoofdredacteur van een relatief gering aantal Disney-titels. Waaronder Donald Duck Weekblad, Mickey Maandblad en Stripgoed (de latere Donald Duck Extra).
Tegenwoordig bent u hoofdredacteur van minstens acht titels. Donald Duck, Duck Duck Extra, Donald Duck Junior, Duck Out, Katrien, Prinses, Disney XD, Tina "en meer". (Deze opsomming is te zien in een e-mail van 15 maart 2010, die u heeft gestuurd naar een andere lezer.)
Donald Duck Weekblad en Tina waren vroeger twee aparte instituten. Dat ze nu geschaard zijn onder dezelfde hoofdredacteur, is een bezuiniging van jewelste.
In de eerste maanden van het jaar 2005 heb ik uit een telefoongesprek met uw tekenaar Mau Heymans begrepen, dat u eens in tranen was over bezuinigingen en de daaruit volgende achteruitgang van Donald Duck Weekblad. Deze anekdote zal ik natuurlijk nooit openbaar bevestigd krijgen. Dat vind ik jammer, omdat deze anekdote een hoofdredacteur laat zien die veel geeft om Donald Duck. Een hoofdredacteur die moeilijk kan verkroppen hoe de tijden zijn veranderd. Deze Thom Roep kan zichzelf natuurlijk nooit in het openbaar vertonen.
Maar misschien heb ik de anekdote verkeerd verstaan en breng ik nu een sprookje de wereld in.
De toekomst zal uitwijzen of deze correspondentie zin heeft gehad, met betrekking tot uw uitgaven en uw beleid. Hoewel van hogerhand veel beperkingen zijn opgelegd, waar ook u niets aan kunt doen, heeft u genoeg vrijheid om bijvoorbeeld credits en personages toe te staan.
BijlagenDe bijlagen bevatten de schets die Barks in 1975 heeft gemaakt voor Brigitta Gans, plus een uitwerking ervan door Romano Scarpa. Deze tekeningen zouden een mooie aanvulling zijn geweest in de reeks Beste Verhalen.
De schets van Barks komt uit 'I Maestri Disney #14' (Italië). De uitwerking van Scarpa komt uit 'Uncle Scrooge 242' (Verenigde Staten), uit de tijd dat Barks's versie zoek was.
http://coa.inducks.org/s.php?c=XFC+ALP++13IChttp://coa.inducks.org/story.php?c=Qus%2FUS++242BScarpa heeft de schets gebruikt als idee voor een verhaal dat in 1976 verscheen, 'Zio Paperone e il casco d'oro' (Oom Dagobert en de Gouden Helm). 75 pagina's van drie stroken. Ik ken de inhoud niet. Het verhaal is in Nederland onbekend.
http://coa.inducks.org/s.php?c=I+TL+1061-APMet vriendelijke groet,
Daniël