Een nieuw verhaal van mij, deze keer met eenden. Daarom staat dit niet op Off-Topic. Dit verhaal ga ik niet in stripvorm ontwikkelen, omdat er geen een kans is dat het een stripverhaal gaat worden. Hoezo? Het is 1 lang verhaal van Dagobert's jeugd, met Indiana Jones. Deze twee hebben zoveel in de 20e eeuw gedaan, dat ze eelkaar gewoon hebben moeten ontmoeten. Ik deel het lange verhaal op in delen net zoals in Young Indiana Jones Chronicles. Plaats, maand jaar.
Amsterdam, Oktober 1908.
"Bah! Waarom moest ik nou weer mee naar dit museum, Oom Dagobert? Hier zijn alleen maar stoffige oude boeken." zei Donald, slenterend met zijn oom en neefjes door een museum.
"Omdat boeken kennis bevatten en kennis is winst. Dat wist je toch al, Donald?" zei zijn oom.
"Hmpf! He, kijk eens wie er ook is: de stripnerd!"
"Ha ha. Stripboeken zijn niet de enige boeken die ik leuk vind. En boeken bevatten kennis, en kennis is macht. En grapjes." Het was Carl Banks, de stripverzamelende vriend van de neefjes.
"Macht, grapjes, winst, wat nog zit er meer in?" hmpfte Donald.
"Letters, zinnen en puntkomma's," zei Ron, de vriend van Carl.
"En," vroeg Oom Dagobert, "wat zit er achter een boek en in een boek?"
Niemand wist het.
"Een verhaal. Heb ik jullie ooit verteld over die keer in 1908?"
"Nee, maar ik ga er eens goed voor zitten!" zei Carl, omdat hij al een heel verhaal verwachtte. Hij hield ervan.
Het was in Amsterdam, in oktober 1908, toen ik logeerde bij de Draacksen boekenclub in Amsterdam. Amsterdam ligt heel centraal, weet je, tussen de businesscentra van Berlijn, Brussel, Antwerpen, Londen, Parijs, Rotterdam, en natuurlijk Amsterdam zelf.
Het was een saaie tijd. Er gebeurde bijna niks. En als het saai is, kan ik niet goed zaken doen. Gelukkig kende ik via-via een zekere professor Jones, die nu rond de wereld reisde en overal lezingen gaf. Dus schreef ik hem een brief, of hij hierheen wilde komen en een lezing over oude boeken wilde geven. Ik zou wel betalen. Ik heb alles gedaan voor een betere werkomstandigheid.
Hij schreef terug dat hij zou komen, en op een mooie herfstdag in oktober klonk er het getoeter van een automobiel.
Dus ik introduceerde:
-Professor Henry Jones, Sr.
-Zijn vrouw Anna Jones
-Zijn zoon, Henry Jones, Jr.
-En zijn zoon zijn lerares, Helen Seymour.
De groep was aangenaam verrast. Eindelijk weer eens wat leven in de brouwerij, zei Henry Banks. Ja, maar hoeveel leven, dat zou ik nog te weten komen...