Een kwestie van geluk, een uitwerking van een idee van Barks

Berichtdoor Daniel(LXXIII) » do maart 08, 2007 10:59 pm

Hieronder een verhaal-idee dat ik gebaseerd heb op een idee van Carl Barks uit april 1991, over het wel/niet geluk van Dagobert's eerste dubbeltje. Oorspronkelijk was dit idee van Barks bestemd voor Don Rosa, die het bewust heeft genegeerd. Het idee is later door Geoffrey Blum verwerkt in een artikel getiteld 'Raiders Of The Lost Barks', in 1998.
Nadat ik dat artikel gelezen had was mijn voorstel aan Frank Jonker, dat hij met het Barks-idee aan de slag zou gaan. Mijn uitwerking diende als een aanmoediging daartoe. Maar Frank wilde eerst toestemming vragen aan de redactie en/of Rosa. Dit deed Frank dusdanig traag of zelfs helemaal niet, dat uiteindelijk een andere scenarist (nota bene Blum) eerder was met een uitwerking. Die uitwerking heet 'Dime and Dime Again' (D/D 2001-004). Volgens Inducks is die voor het eerst gepubliceerd op 14 oktober 2002.
http://coa.inducks.org/s.php/x/D+D+2001-004
Dat is dus een totaal andere uitwerking. Daarin is een significant gedeelte van het Barks-idee overgeslagen. (Dagobert die uit wanhoop loterij-loten koopt.) Ik vind het jammer dat Jonker het Barks-idee aan zich voorbij heeft laten gaan. Een gemiste kans van jewelste.

Let op, de linken in de eerste e-mail lopen inmiddels dood.

Het plaatje "Black Gold, Yellow Gold" is nog wel op internet te vinden:
Afbeelding
http://www.seriesam.com/barks/art_dw90.html#awdfw9502xx




- - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

From: "Daniel van Eijmeren"
To: "Frank Jonker"
Subject: Deel 1/3 - Een kwestie van geluk (bronnen)
Date: Sun, 10 Feb 2002 07:07:04 +0100


Hoi Frank,

Bij deze stuur ik je het beloofde Geoffrey Blum-artikel met de
publicatie van een aantal Barks-brieven, waarin een verhaal-idee
over het Geluksdubbeltje van Dagobert staat.

Deze eerste van drie emails bevat informatie over die publicatie.
De tweede en derde email bevatten een poging tot uitwerking ervan,
en een verklaring van mijn aanpak.

=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=

Tijdelijke linken:

- http://home.kabelfoon.nl/~dve/blum_raid ... rks_01.jpg
- http://home.kabelfoon.nl/~dve/blum_raid ... rks_02.jpg
- http://home.kabelfoon.nl/~dve/blum_raid ... rks_03.jpg
Geoffrey Blum artikel "Raiders Of The Lost Barks", gepubliceerd in
het Gladstone album "Walt Disney's Uncle $crooge Adventures
in Color No. 42 - Isle Of Golden Geese" (1998)

Bijlagen:

- blum_raiders_of_the_lost_barks.htm
HTML-bestand met transcriptie van het Blum-artikel.

- black_yellow_gold.jpg
Dit plaatje heeft op zich niets met Barks' verhaal-idee te maken.
Het is een aquarel waarnaar ik verwijs in mijn poging tot uitwerking
van Barks' idee. (De emmer en zak zijn dan wel een stuk groter.)
Titel van deze aquarel uit 1995 is "Black Gold, Yellow Gold, they
keep a guy from getting old".


=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=





- - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

From: "Daniel van Eijmeren"
To: "Frank Jonker"
Subject: Deel 2/3 - Een kwestie van geluk (uitwerking)
Date: Sun, 10 Feb 2002 07:07:18 +0100


Deze email (2/3) bevat de uitwerking die ik van Barks' verhaal heb
geprobeerd te maken. Ik heb het idee van Barks erboven geplakt.

In de uitwerking heb ik Dagobert, Donald, de neefjes (als woudlopers),
de Zware Jongens (drie in totaal), Guus Geluk, de woudlopers, en
Juffrouw Eugenia gebruikt.

Verwijzingen:
"The Paul Bunyan Machine" (US 28)
"Lost Beneath the Sea" (US 46)
"Black Gold Yellow Gold - They Keep a Guy From Getting Old" (aquarel)
Een plaatje van deze aquarel zit bij de voorgaande email (1/3).

De volgende email (3/3) bevat verklaringen voor hoe ik Barks' idee
heb geprobeerd in te vullen en te motiveren.


=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=

CARL BARKS, APRIL 1991 (Zie publicatie van de brief voor de context.)

"[The] Number One Dime should not be treated as a good luck charm. It
contradicts the way Uncle Scrooge really made his fortune, but woe is me!
I blatantly violated that rule in at least one story, U.S. #46, "Lost
Beneath the Sea." I not only had Scrooge calling the old dime a
"boodle-bringer," I demonstrated such powers at points in the story.

It doesn't preclude your writing a story that debunks the luck charm
misconception. One way might be that the dime gets stolen by the Beagle Boys,
who figure that it is a good luck charm that will attract all sorts of
undeserved wealth to their wallets. Needless to say, no matter how well they
plan their bank heists, all the dime will attract is swarms of cops. Meanwhile
Uncle Scrooge is having a terrible time. His stack of money shrinks a few
inches every day. In desperation he even buys lottery tickets that never seem
to win. It looks very much as if the old dime was the gizmo that made him the
richest duck in the world. His luck is gone kaput.

Then he changes suddenly. He says, "Luck! I didn't make my fortune by being
lucky. I made it in the old-fashioned way! By hard work." So he goes back to
the hills with a pick and shovel and lots of sweat on his brow and before long
he has a flock of new gold mines and oil wells and is richer than ever.

Walking along the street one day he is wondering how the Beagle Boys are making
out with his old dime. He soon learns. The B-Boys, passing in a paddy wagon on
the way to jail, bean him with the dime.

Now Scrooge places the dime in the position it is fitted for -- a memento of
the way he got his start. He relaxes in his money contented. His overloaded
money bin needs no more money. He personally needs no more money. He has got it
made.

The doorbell rings. It is Don and the kids bringing news that one of the
ten-cent lottery tickets that Uncle Scrooge thought worthless months ago has
been declared a belated winner. Scrooge will have to make room for ten million
dollars -- all in dimes."


=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=

EEN KWESTIE VAN GELUK


In het kantoor van Dagobert klagen de neefjes (als woudlopers) alsof de
wereld vergaat. Ze liggen dreinend en drenzend op de vloer, terwijl ze met
hun vuisten op de grond slaan. Donald is aanwezig en kan er ook wat van,
maar dat heeft een andere reden dan de neefjes, omdat hij muntenpoetser is.

Achter z'n bureau is Dagobert geërgerd bezig met het tellen van munten,
telefoneren en het intikken van berekeningen op zijn rekenmachine. Aan de
ene kant van het bureaublad liggen stapels geld, aan de andere kant staat
een woudlopers-collectebus.
Kwik: "Ach en wee!"
Kwek: "Jammer! Kreun"
Kwak: "Oef! Zucht!"
Dagobert: "Iets meer bezieling in jullie geklaag, jongens!"
(Donald, als muntenpoetser: "Grom! Wat een ELLENDE!")

Kwik: "Maar waarover moeten we DITMAAL klagen, Oom Dagobert?"
Kwek: "En wanneer hebben we uw WOUDLOPERSBIJDRAGE eindelijk bij elkaar
verdiend?"
Dagobert: "Klaag niet zo! Eh... ik bedoel... Ach, ik heb geen rust meer
sinds ik vernomen heb dat de Zware Jongens vandaag vrijkomen!"

Dagobert: "Hoe VRIJER zij zijn, hoe BENAUWDER ik ben! Vandaar dat jullie
nu goed van pas komen, zodat ik ongestoord verder kan gaan met m'n
dagelijkse werk dat anders volledig in het honderd zou lopen!"
Donald, opkijkend van z'n werk: "De Zware Jongens??? Die kunnen toch
niet op tegen uw veel zwaarder beveiligde pakhuis?"

Dagobert, rillend: "Je weet maar nooit! Alleen al de GEDACHTE dat allerlei
gespuis hier in m'n kantoor bij m'n kluis zou kunnen komen..."
Donald, met plagerige blik wijzend naar een stolp op een pilaar met daarin
een muntje: "...met uw GELUKSDUBBELTJE zo voor het grijpen!"

Buiten, vanuit een silhouet van het pakhuis, is de reactie van Dagobert
("AAAAGH!") te zien. De voorgrond toont de Zware Jongens die met een
waarschuwing de gevangenis uitlopen.
Bewaker: "En denk eraan, we houden jullie in de gaten!"

Zware Jongen 1: "Tjonge! Dat zitten geeft zadelpijn!"
Zware Jongen 2: "Laten we even gaan wandelen!"
Zware Jongen 3: "Dan kunnen we meteen kijken of Dagobert die scheur in z'n
geldpakhuis al heeft gerepareerd!"

Zware Jongen 1: "Nou, daar heeft hij anders maanden de tijd voor gehad!"
Zware Jongen 2, wijzend op de 'zadelpijn': "We hebben inderdaad lang moeten
zitten voor dat geintje!"
Zware Jongen 3: "Hebben wij nou zoveel pech of heeft Dagobert zoveel geluk?"

Zware Jongen 1: "Geluk? Daar schijnt hij volgens de bladen een soort van
mascotte voor te hebben! Een één of ander oud dubbeltje!"
Zware Jongen 2: "Oh ja? Wat zouden jullie er dan van denken als we dat
dubbeltje eens gingen ste... eh... regelen!"
De tweede Zware Jongen houdt zich op het laatste moment in omdat
Zware Jongen 3 hun met een "sssst"-gebaar wijst op een agent die op dat
moment langsloopt en hun wantrouwend vanuit z'n ooghoeken gadeslaat.

De agent is inmiddels een stuk verder op de achtergrond.
Zware Jongen 3, als antwoord op het gesprek: "Doe niet zo raar! Wij Zware
Jongens gaan voor de MILJOENEN, niet voor een DUBBELTJE! Je moet niet alles
geloven wat in de bladen staat!"
Zware Jongen 1: "Ach, wie weet is het in ieder geval goed als opwarmertje
na zo'n lange tijd in een koude cel!"

Ondertussen proberen twee neefjes in het pakhuis de (na zijn "AAAGH"-woord)
zeer over z'n toeren zijnde Dagobert weer een beetje op te lappen, bijvoorbeeld
met een waaier van bankbiljetten en het laten tinkelen en rinkelen van
muntgeld.
Eerste neefje, met gefronste blik naar Donald: "Vond u dat nou nodig om zo over
Oom Dagoberts dierbaarste bezit te praten, Oom Donald?"
Tweede neefje, met vermanend vingertje: "U weet hoeveel het voor hem betekent!"
Donald: "Tja, hij noemt het niets voor niets zijn GELUKSDUBBELTJE! Hij heeft er
immers zijn HELE FORTUIN aan te danken!"

Dagobert, meteen weer onder de eenden: "WAT?!?!?! Alsof ik mijn fortuin door
een MUNTJE heb opgebouwd? Als een soort van konijnenpootje zeker?"
Donald verweert zich: "U bent het zelf uw Geluksdubbeltje gaan noemen."
Dagobert, geïrriteerd: "Als men mij gaat ziet als slechts een geluksvogel,
begin ik spijt te krijgen dat ik het weleens zo noem!"

Dagobert, steekt met een preek van wal en haalt ter illustratie het Dubbeltje
onder de stolp vandaan: "Jij hebt geen idee hoezeer ik heb moeten schoenpoetsen
voor dit eerste zelfverdiende dubbeltje! En mijn eerste goudklomp heb ik nota
bene pas gevonden na maandenlang zwoegen in de kou, met ontberingen, ellende,
afzien, en vooral doorgaan en..."
Donald, die nu naast muntjes poetsen ook nog voor de zoveelste keer Dagoberts
standaard-preek aan moet horen: "Grom! Wat een ELLENDE!

Dagobert, die bij het open raam het Dubbeltje omhoog tost om het zo in het
volle zonlicht te aanschouwen: "Ellende? Nee hoor, als ik mijn Dubbeltje zo
in de zon zie fonkelen en glinsteren, valt alles reuze mee!"
De neefjes zijn ondertussen weer verder gegaan met hun klaagtaak.
Kwik: "Ach en wee!"
Kwek: "Jammer! Kreun"
Kwak: "Oef! Zucht!"

Net als het Dubbeltje weer neerwaarts gaat, richting de hand van Dagobert,
grijpt een voorbij vliegende ekster het Dubbeltje uit de lucht en gaat
er in één vaart meteen mee vandoor.
Dagobert: "WAK!"

De neefjes kijken op en zien nog net de ekster in de verte verdwijnen.
Dagobert, hevig verschrikt: "Die ROOFVOGEL gapt m'n Dubbeltje!"
Kwik: "Dat is een EKSTER!"
Kwek, docerend in woudloper-stijl: "Eksters zijn gek op alles wat glinstert!"

Dagobert, geïrriteerd paniekerig: "Nou en? Dat ben ik ook! En het is
MIJN Dubbeltje! Ik MOET het terughebben!"

Dagobert: "Denk ik met alles rekening gehouden te hebben, gebeurt er DIT!
Leveren jullie woudlopers met jullie natuur-praatjes nou eens een bijdrage
aan MIJ!!! VIND M'N DUBBELTJE VOOR MIJ TERUG!!!"
(Donald, mompelend tegen zichzelf: "Wat een heisa steeds, om een muntje
dat hij niet nodig heeft!")

Ergens buiten is te zien dat de ekster niet zomaar een voorbijganger was,
omdat hij het Dubbeltje op commando bij de Zware Jongens aflevert.
Zware Jongen 1: "Gelukkig is onze tamme ekster zijn kunstjes niet verleerd!"
Zware Jongen 2: "Hij is gelukkig niet verwilderd toen wij achter de tralies
zaten!"

De Zware Jongens lopen verder.
Zware Jongen 1 tost het Dubbeltje de lucht in, zoals Dagobert dat
zojuist ook deed: "Nou zeg, 't is wel lekker COMPACT om mee te nemen!"
Zware Jongen 2: "En om kwijt te raken! Kijk nou maar uit!"
Zware Jongen 3, die de ekster weer verder laat vliegen, zegt verbaasd:
"Kijk nou eens!"

De Zware Jongens zien de achterkant van een geldwagen waarvan de deuren
wagenwijd openstaan, geparkeerd voor de Duckstadse bank.
Zware Jongen 1: "Een open geldwagen! Vol met poen!"
Zware Jongen 2: "Wat een geluk!
Zware Jongen 3: "Dat mazzelmuntje werkt ècht!"

Vanuit de geldwagen gezien, willen de Zware Jongens meteen met hebberige
grijphandjes toe gaan tasten.
Zware Jongen 1: "Dit heb ik nog nooit meegemaakt! Zomaar voor het meenemen!"
Zware Jongen 2: "Als er een sleuteltje in het stuur zit, val ik flauw!
Wat een MAKKIE!"
Zware Jongen 3 tikt hem aan: "Eh... jongens, 't is toch iets moeilijker hoor!"

Vanuit de geldwagen gezien, lijkt de straat leeg. Maar nu de geldwagen weer
van achter te zien is, blijkt er als uit het niets aan de andere kant van de
straat, in een U-vorm om de voorkant van de wagen heen, een horde agenten te
staan.

De Zware Jongens lijken meteen kansloos te zijn, maar ze zetten het op een
lopen en weten nog net te ontkomen door in hun kleine voorsprong, meteen een
zijstraat in te schieten. De agenten rennen nietsvermoedend door.
Zware Jongen 3, uithijgend: "Zoveel PECH heb ik van m'n leven nog niet gehad!"
Zware Jongen 2: "Ik heb nog geen geldzak aan kunnen raken!"
Zware Jongen 1, ondanks dit voorval nog vol vertrouwen naar het dubbeltje
kijkend: "Ach, dat we ondanks deze oud-bollige zijstraat-truuk niet zijn
gepakt,
is ook een vorm van geluk hebben!"

Ondertussen loopt Dagobert moedeloos alleen door de stad. Op de achtergrond
zijn zoekende woudlopers te zien. Dagobert kijkt zelf ook enigszins zoekend,
maar hij is meer in zichzelf gekeerd. In tegenstelling tot de woudlopers
kijkt hij namelijk niet naar de lucht, maar naar de grond.

Op dat moment rijdt Guus Geluk langs in een grote slee.
Guus: "Nou, nou, Oom Dagobert toch! Hoe kunt u zo sip kijken op zo'n
gelukzalige dag als deze?"
Dagobert wijst als antwoord op een aantal kantoorklerken die hem achterna
lopen met kruiwagens, vol papieren die ze stuk voor stuk oplezen om hem
[zoals in US 46] over de financiële rampen te berichten die zich inmiddels
in zijn zaken voltrekken.
Dagobert: "Is dat voldoende als antwoord op je vraag?"

Nadat de boekhouders hun zegje gedaan hebben, vertrekken ze weer om de
berichten te halen die niet meer in hun kruiwagens pasten, en ook de
nieuwe berichten die ongetwijfeld zijn binnengestroomd. Dagobert staat nu
alleen bij de grote slee van Guus en vraagt: "Vertel eens, hoe weet jij
wanneer je wel of geen geluk hebt?"
Guus: "Och, zodra ik twijfel aan m'n geluk, koop ik een lot voor een loterij!"

Dagobert: "Je koopt een lot voor een loterij???"
Guus, met een knipoog: "Nou, vaak VIND ik er al één voor ik bij de kassa ben!"

Dagobert loopt in gedachten verder: "Hm, ik voel me radeloos genoeg om dat rare
advies eens uit te proberen! Ik heb nooit eerder een gokje gewaagd, dus je weet
maar nooit! En van m'n financiële zekerheden hoef ik in ieder geval niets meer
te verwachten!"

Bij een loterij-kassa aagekomen, concludeert Dagobert het goedpraten van de
voor hem zeer gewaagde keuze: "Ik heb niets te verliezen! Wie weet doet een
loterij me op z'n minst even aan iets anders denken dan aan mijn Dubbeltje!"

Dat laatste is iets te voorbarig, want als Dagobert naar de prijs van de loten
vraagt, rilt hij hevig als hij hoort dat ze een DUBBELTJE per stuk kosten.
Niettemin koopt hij een aantal loten.

Een aantal dagen later staat Dagobert in een beroerde toestand, vanuit zijn
kantoor zijn pakhuis in te kijken en hij ziet hoezeer zijn geldpeil inmiddels
al gedaald is door alle pech die hij sinds de diefstal van zijn Geluksdubbeltje
heeft. Op de achtergrond is ter illustratie de pilaar met de lege stolp te
zien.

Ondertussen lopen de kantoorklerken en Juffrouw Eugenia af en aan om hem
op de hoogte te houden van louter verliesgevende berichten, en dat zijn
er heel veel. Dagobert, geïrriteerd: "Ja, laat maar! Ik weet genoeg!
Er is toch geen houden aan, dus laat mij hier rustig treuren en m'n
uitgaande geld gedag zwaaien! Ik zie ZELF wel wanneer het op is!"

Stram, reumatisch [US 28] leunend op zijn wandelstok, kijkt Dagobert naar een
aantal kranten die frommelig op zijn bureau liggen, opengeslagen op de pagina's
met loterij-uitslagen: "Donald heeft gelijk! Zelfs de vele loten die ik heb
gekocht, hebben tot nu toe nog niet eens een heel klein prijsje opgeleverd!
Nu ik mijn lieve dubbeltje kwijt ben, heb ik ECHT alleen maar PECH!"

Dagobert omarmt ontredderd en snotterend de pilaar met de lege stolp, sprekend
tegen het afwezige Geluksdubbeltje: "Wat hadden wij het toch goed samen!
Dag rijkdom! Dag slobkousen! Dag geluk!"

Op dat moment lijkt Dagobert voor het eerst sinds de verdwijning, echt tot
zichzelf te komen en als door een wonder van z'n kwalen genezen: "Huh?
Wat zei ik? GELUK??? Ik heb mijn fortuin niet gemaakt door GELUK te hebben!
Ik heb het op de ouderwetse manier gedaan! Door hard te werken!"

Dagobert stroopt zijn mouwen op, en loopt vastberaden naar de opbergkast
waarin hij zijn oude punthouweel en schep al die jaren opgeborgen heeft:
"Ik heb toen zo hard gewerkt dat ik niet eens TIJD had om geluk te hebben!"

Dagobert loopt met de punthouweel en de schep zijn pakhuis en de straat uit,
in de richting van de heuvels die (al dan niet) nabij Duckstad liggen.

Eenmaal bij de heuvels aangekomen (net zoals vroeger op eigen kracht),
wil Dagobert meteen gaan graven. Helaas buigt het verroeste staal van
de schep al om bij het raken van de grond.

En als hij zijn punthouweel in de grond slaat, breekt de steel en krijgt
hij het metalen stuk op z'n hoofd.

Dat doet zeer, gezien de sterretjes en donderwolken die boven het hoofd
van Dagobert hangen. Hij wrijft vertwijfeld over z'n zere kruin: "Ai!
Valt dat even tegen! Misschien zou ik alsnog moeten aanvaarden dat ik
alleen nog maar pech heb..."

(vurig vervolg van voorgaande zin) "...als die schep niet zo ROESTIG was
geworden, en het hout van de pikhouweel niet zo VERMOLMD!"

Dagobert gaat meteen weer druk verder met het graven en spitten. Ditmaal
met het gereedschap dat hij nog wel bij zich heeft: zijn blote handen.
Dagobert, briesend en grommend, met zweet op z'n voorhoofd: "Zonder schep!
Zonder houweel! Zonder dubbeltje! Zonder geluk! Zonder iemand om voor me
te klagen! Maar wel met m'n OUDE ZELF en m'n VOLLE VERSTAND! Ha!"

Inmiddels zijn in Duckstad, de Zware Jongens nog steeds druk doende het geluk
van het Dubbeltje te beproeven. Maar aan hun kleerscheuren te zien, veroorzaakt
door een aantal waakhonden die vanwege een zojuist mislukte roofpoging nog
even aan hun broekspijpen blijven hangen, is duidelijk te merken dat het
bij hun slechts om beproevingen gaat en al zeker niet om geluk.
Zware Jongen 1 kijkt vertwijfeld naar het Dubbeltje: "Ik begrijp er niets van!
Al onze berovingen en bankovervallen mislukken! Wat we ook proberen!"
Zware Jongen 2: "Het enige wat ons plan heeft opgeleverd, zijn achtervolgingen
door massa's agenten!"
Zware Jongen 3, die nog steeds weinig op heeft met deze nieuwe aanpak:
"Dit is de ellendigste dag uit ons boevenbestaan!"

Zware Jongen 1: "Willen we soms teveel in één keer? Misschien moet dat duppie
nog aan ons wennen!"
Zware Jongen 2 vult hem aan: "Laten we vanaf nu, eerst met iets KLEINS
beginnen!"

Dat doen ze, want ze beginnen meteen dreigend en vervaarlijk een klein
jongetje aan te spreken. En gezien hun schrammen, blauwe plekken en
andere verwondingen is dat jochie zeker niet zo'n nietige tegenstander
als dat hij normaal gesproken zou zijn.
Zware Jongen 1: "Zo jochie, jij gaat ons (oef!) al je zakcentjes geven!"
Zware Jongen 2: "Ja, hierrr met die poet! Heh-heh! (Auw!)"
Zware Jongen 3, tegen zichzelf: "(Zucht!) Wat heeft ons toch ineens
zo dol op KLEINGELD gemaakt?"

Kleine jochie, brutaal: "Oh ja? Mij hebben jullie niet! Toevallig is
mijn vader HOOFDCOMMISSARIS van de POLITIE!"
Na het horen van dit cliché-verweer dat kinderen wel meer hebben als ze
zich bedreigd voelen, stoot de eerste Zware Jongen de tweede Zware Jongen
met een knipoog aan: "Ach ja! Natuurlijk!"
Zware Jongen 2 grijnst terug: "Wat TOEVALLIG zeg!"
Zware Jongen 3 kijkt naar opzij en zegt verschrikt: "Eh... jongens..."

Met een tandenknarsende, eveneens verschrikte blik kijken nu ook de andere
twee Zware Jongens op, terwijl er van buiten het plaatje een harde, norse
"AHUM!" klinkt.

Donald en zijn neefjes lopen elders, het pad van het geldpakhuis af.
Kwik: "We wilden Oom Dagobert gaan vertellen dat we zijn Dubbeltje nog
steeds niet gevonden hebben!"
Kwek: "Maar nu is hij zelf onvindbaar!"
Kwak: "Arme Oom Dagobert!"
Donald: "Hij is nu net zo'n pechvogel als ik!"

Op dat moment horen Donald en de neefjes het geluid van gejammer
en gekreun: "Huh? Oom Dagobert?!?!"

Het is inderdaad Oom Dagobert, die het zwaar heeft. Hij zeult een grote
emmer met zich mee en een grote geldzak. De emmer zit vol met olie en de
zak zit vol met goud. [Zie "Black Gold Yellow Gold" aquarel.]
Dagobert, zelfverzekerd: "Zo! Kijk eens aan, met mijn EIGEN HANDEN vergaard!"
Met een knipoog: "De REST van wat ik gewonnen heb uit mijn kakelverse
zelfgebouwde goudmijnen en oliebronnen, laat ik natuurlijk door mijn
bedrijven ophalen."

Donald, verbaasd: "U heeft dat Geluksdubbeltje dus ECHT niet nodig!"
Dagobert, die door Donald ineens weer het verlies van het Dubbeltje tot
zich door laat dringen: "Toch wel, neef! Ik kan zo weer opnieuw beginnen
en mijn rijkdom voortzetten als ik dat wil! Maar ik kan er niet meer van
genieten! Wat ik blijf missen is het GEVOEL van geluk!"

Dagobert, wederom van slag, snotterend met een verlangende blik: "Mijn
enige echte eerste Dubbeltje! Geen munt zal ooit nog hetzelfde zijn!
Wat zou ik je graag nog een keer zien en VOELEN! Kom toch bij me terug!"

Dagobert, in dezelfde pose, verstoord omdat er snoeihard iets kleins tegen
z'n hoofd aan ketst. ("TONK!")

Dagobert, blij verrast: "Mijn DUBBELTJE!"

Op de achtergrond is te zien waar het Dubbeltje zo ineens vandaan komt.
Het is vol walging en afschuw door de Zware Jongens naar Dagobert gesmeten,
vanuit de boevenwagen waar ze in zitten. In de voorcabine zitten agenten,
met aan het stuur de hoofdcommissaris.
Hoofdcommissaris tegen de agenten: "Dat geboefte van tegenwoordig!
Dat probeert zomaar even m'n ZOONTJE te beroven! Wat een GELUK dat ik
op dat moment persoonlijk in de buurt was!"

De Ducks kijken de boevenwagen na.
Kwik: "De Zware Jongens?!? Zouden ZIJ achter die verdwijning kunnen zitten?!"
Kwek: "Dat is niets voor hun! Zij gaan toch alleen voor miljoenen?"
Dagobert: "Tjonge, wat is er met ze gebeurd? Ik heb ze nog nog nooit
zo toegetakeld gezien!"

Dagobert wandelt in een opperbeste stemming met het Dubbeltje naar het
geldpakhuis "Ach, wat maakt het uit? Mijn Dubbeltje, mijn grote geluk,
is weer bij me terug en ik ben rijker dan ooit!"
Achter hem sjouwen Donald en de neefjes zich een breuk aan de emmer met
olie en aan de zak met olie.
Donald: "Grom! Wat een ELLENDE!"
Kwik: "Ach en wee!"
Kwek: "Jammer! Kreun"
Kwak: "Oef! Zucht!"

Dagobert, tegen zijn zeulende neven: "Kom op, jongens! Dat KLAGEN is
nu niet meer nodig! Zo gelukkig als vandaag heb ik me nog nooit gevoeld!
En niets zal mij ooit nog van de kaart brengen!"

Maanden later zit Dagobert tevreden en zelfverzekerd in zijn kluis, onderaan
de trap, met om zich heen een opmerkelijk grote hoeveelheid verse geldzakken,
zijn Geluksdubbeltje te zoenen en knuffelen. De pilaar met de stolp staat
achter hem. (In de kluis is het door ontbreken van open ramen, veiliger dan
in het kantoor.) Nabij Dagobert zit Donald, die als muntenpoetser baalt
omdat hij nu meer werk dan ooit te voren in het vooruitzicht heeft.
Dagobert: "Smak! Smak! Mijn lieve Dubbeltje! Mijn rijkdom kan zonder jou,
maar IK niet! Ik beloof je dat ik je nooit meer kwijt zal raken! Kus! Smak!"
(Donald, druk poetsend en geërgerd door Dagoberts gezwijmel: "Grom!")

Op dsat moment lopen de neefjes (als woudlopers) de kluis binnen
en roepen vanaf het plateau: "Hallo! Hoe gaat het met u, Oom Dagobert?"
Dagobert, kijkt omhoog naar de neefjes: Eh... nou dat hangt er vanaf
of jullie weer om bijdragen komen zeuren!"

Kwik, met een blik die verraadt dat Dagobert hun doorheeft: "Eh..."
Kwek: "We waren naar u op zoek omdat we benieuwd zijn hoe het met u gaat!"
Kwak: "En we zijn niet de enigen die naar u zoeken, want onderweg
kwamen we een aantal personen tegen die u ook dolgraag willen zien!"

Dagobert: "DE ZWARE JONGENS??? Zijn ze weer vrij???"
Terwijl hij dat zegt, verschijnt op het plateau een showmaster-achtig persoon,
Hannes genaamd: "Waren we maar wat zwaarder gebouwd, mijnheer Duck!"
Dagobert: "'We'? Wie is 'we'? En wie ben JIJ?"

Hannes: "Weet u niet wie ik ben??? Ik ben Hannes Huismus! Van de televisie!
En ik kom u een grote prijs brengen!"
Dagobert, zijn dubbeltje stevig vasthoudend: "Huh? Wat? Hoezo?
Ik heb niet eens een televisie!"

Hannes, die achter hem een lange rij personen met kruiwagens heeft
staan: "O nee? U heeft anders wel een lot bij ons gekocht! En met
dat lot heeft u de jaarlijkse prijs van onze loterij-show gewonnen!
10 MILJOEN GULDEN om precies te zijn! Ja ja!"

Voordat Dagobert kan reageren, begint het werkvolk vanaf het plateau van
de trap, de kruiwagens die louter met munten volgeladen zijn, over Dagobert
leeg te kiepen. Al bij het neerkomen van de eerste lading zijn alleen nog
Dagoberts hoofd en zijn van schrik geopende handen te zien.
Hannes gaat ondertussen door met zijn blije boodschap: "Maar dat is nog
niet alles! Omdat u er volgens de bladen zo dol op bent, betalen wij als
extra verrassing de HELE PRIJS uit in DUBBELTJES!"

Het laatste plaatje toont Dagobert nerveus gravend en zoekend door de
inmense massa dubbeltjes die na uitbetaling van de volledige prijs,
onderaan de trap van z'n kluis ligt. Reeds bij de eerste leeggekiepte
kruiwagen-lading had hij door de schrik zijn Geluksdubbeltje losgelaten
en het terugvinden ervan tussen 100 miljoen andere dubbeltjes is zelfs
voor Dagobert een verschrikkelijke klus.
De neefjes zijn wederom als klagers aangenomen (voor het verdienen van
de woudlopers-bijdrage), maar dit keer zijn ze door het grijnzen en
knipogen naar elkaar, een stuk minder overtuigend.
Kwik: "Ach en wee!"
Kwek: "Jammer! Kreun"
Kwak: "Oef! Zucht!"
Dagobert, die met zweet op z'n voorhoofd door de dubbeltjes-berg graaft:
"M'n Dubbeltje! Lief Geluksdubbeltje! Waar ben je nou?"
(Muntenpoetser Donald, die met een duister toekomstperspectief naar de
lading nieuwe munten kijkt, moppert: "Wat een ELLENDE!")

EINDE

PS. Eventueel zou tijdens Dagoberts graven aan het einde, een kantoorklerk
(met de woorden "Eh... mijnheer Duck!") binnen kunnen komen rennen, als
voorbode van nieuwe financiële rampen. Dagobert is immers weer alleen maar
met het zoeken naar z'n Dubbeltje bezig.

=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=





- - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

From: "Daniel van Eijmeren"
To: "Frank Jonker"
Subject: Deel 3/3 - Een kwestie van geluk (motivatie)
Date: Sun, 10 Feb 2002 08:43:16 +0100


Deze email bevat bevat verklaringen voor hoe ik in de voorgaande
email (2/3), Barks' idee heb geprobeerd in te vullen en te motiveren.

- - - - - - -

Barks' verhaal-idee gaat in op de vraag of het Geluksdubbeltje
wel of geen geluk brengt. Zoals ik het interpreteer doet hij dat
door het antwoord in het midden te laten, zodat de lezer zelf z'n
conclusie moet trekken.

Dagobert kan, als hij genoeg zelfvertrouwen heeft, zonder zijn
Geluksdubbeltje een fortuin opbouwen en behouden. Maar zodra dat
duidelijk lijkt, ontvangt Dagobert na het terugkrijgen van het
Dubbeltje alsnog een loterij-prijs. Komt dat door het Dubbeltje,
of is het puur toeval? Daar valt geen onomstotelijk antwoord op
te geven en dat resulteert mijns inziens in voldoende twijfel om
Dagobert in een volgend verhaal alsnog als een maniak achter zijn
Dubbeltje aan te laten rennen.

Mijn mening over Barks' verhaal-idee is dat het een brug legt tussen
het opmerkelijke "Lost Beneath the Sea"-verhaal (US 46) en de verhalen
waarin het Dubbeltje slechts de basis van Dagoberts fortuin is.

In "Lost Beneath the Sea" lijkt het dubbeltje inderdaad bovennatuurlijke
krachten te hebben, zoals Barks zelf aangeeft in zijn brief aan Rosa.
Ik ben zelf van mening dat het verhaal ook op een manier te lezen is
die de bovennatuurlijke krachten van het Dubbeltje ontzenuwt. Het kan
net zo goed bijgeloof zijn dat door toeval gevoed wordt.

- - - - - - -

Hieronder volgt het verhaal-idee van Barks, met er doorheen mijn
commentaren over hoe ik het geprobeerd heb uit te werken:

> "[The] Number One Dime should not be treated as a good luck charm.
> It contradicts the way Uncle Scrooge really made his fortune, but
> woe is me!

De gedachte waarmee ik speel is dat "geluk" een dubbele betekenis heeft:
1. voorspoed (het gevoel van gelukkig zijn)
2. gunstig toeval

Ik krijg dit taalkundig niet echt duidelijk in mijn uitwerking, maar ik denk
dat dit een manier is om het woord "geluksdubbeltje" een dubbele betekenis
te geven. Dat zou een brug kunnen slaan tussen de verschillende interpretaties
van het woord "geluk" in de verschillende Barks/niet-Barks verhalen.

> I blatantly violated that rule in at least one story, U.S. #46,
> "Lost Beneath the Sea." I not only had Scrooge calling the old dime a
> "boodle-bringer," I demonstrated such powers at points in the story.

Bij benadering vind ik dit zelf nogal meevallen. Ik zal je een beschouwing
sturen die ik van dat Dagobert-verhaal heb gemaakt. (Niet in deze email.)

> One way might be that the dime gets stolen by the Beagle Boys, who figure
> that it is a good luck charm that will attract all sorts of undeserved
> wealth to their wallets.

Ik heb ervoor gekozen om deze diefstal niet aan Dagobert kenbaar te maken.
Helaas suggereert Barks verderop in het idee dat Dagobert (vlak voordat hij
het dubbeltje naar z'n hoofd krijgt) wel van de diefstal op de hoogte is.

Aanvankelijk heb ik wel geprobeerd om de diefstal openlijk te laten
gebeuren. Maar dit riep bij mij de volgende vragen/problemen op:

1. Het is hoogst ongebruikelijk dat de Zware Jongens het dubbeltje op
eigen initiatief stelen. Zal Dagobert zich niet gaan afvragen of Magica
ermee te maken heeft? Zo ja, dan moet ze in het verhaal getoond worden,
al was het alleen om te laten zien dat ze er niets mee te maken heeft...

2. Als de Zware Jongens het Dubbeltje stelen, beperkt dat hun vrijheid
in het uitproberen van het geluk ervan. Die zwermen agenten kunnen
dan net zo goed door de diefstal van het dubbeltje veroorzaakt zijn.
Het toevallige omgekeerde effect van geluksdubbeltje (het geven van
pech) komt dan niet naar voren. Tevens zit ik dan met het probleem
in punt 3.

3. Dagobert moet eerst achter de Zware Jongens aan. Daarna moet een punt
komen waarin hij erachter komt dat hij ze niet kan vinden. Dan besluit
hij om het achtervolgen op te geven en in de bergen naar goud/olie te
zoeken. Ik heb op dit moment geen idee hoe dit in een verhaal verwerkt
kan worden. En het roept ook de vraag op waar de Zware Jongens precies
zijn als Dagobert ze niet kan vinden. In zijn verhaal-idee zegt Barks
nergens dat Dagobert achter de Zware Jongens aan gaat, maar het lijkt
me moeilijk aannemelijk te maken dat Dagobert op de gedachte komt om
de Zware Jongens het dubbeltje gewoon maar te laten houden omdat hij
in de bergen uit wil gaan proberen of hij ook zonder "geluk" rijkdommen
kan vinden.

4. Dagobert kan er geen politie bij halen. Als de Zware Jongens aan het
eind worden opgepakt, zal de politie hun het gestolen dubbeltje niet
vast laten houden tot ze in de gevangenis zijn. De Zware Jongens zouden
het dubbeltje kunnen verstoppen onder hun kleding, maar op dat punt zijn
ze het liever kwijt dan rijk. Een reden om het nog even te willen houden
zou kunnen zijn omdat ze het naar het hoofd van Dagobert willen smijten,
maar dan moet aannemelijk gemaakt worden dat ze weten dat ze hem tijdens
de rit naar de gevangenis, tegen zullen komen.

Ik ben benieuwd wat jij vindt van een wel/geen openlijke diefstal.

> Needless to say, no matter how well they plan their bank heists, all
> the dime will attract is swarms of cops.

Om de "pech-krachten" van het dubbeltje verklaarbaar te maken, heb ik in
de uitwerking de achterliggende gedachte toegevoegd dat de Zware Jongens
hoe dan ook in de gaten gehouden worden. Deze waarschuwing krijgen ze al
bij het verlaten van de gevangenis. Daarna loopt er een wantrouwende agent
langs. Dit gebeurt *voordat* ze het Dubbeltje in handen hebben.
De open geldwagen zou een lokmiddel van de politie kunnen zijn. Een andere
mogelijkheid is dat de geldbezorger wist dat er om een of andere reden,
vele agenten in de buurt zijn.

Ik heb geen verdere roof-pogingen toegevoegd. (Het toevoegen van dergelijke
pogingen kan altijd nog gebeuren.) Er wordt verderop in de uitwerking wel
naar meerdere mislukte roof-pogingen terugverwezen.

> Meanwhile Uncle Scrooge is having a terrible time.

Dat gebeurt vanaf het moment dat hij het Dubbeltje kwijt is.

> His stack of money shrinks a few inches every day.

Dat probeer ik eerst duidelijk te maken door de klerken met de
verlies-berichten. Ergens na het kopen van de loten laat ik het zien
door middel van een scene waarin Dagobert in z'n pakhuis staat te
triesten (voordat hij naar de bergen gaat).

> In desperation he even buys lottery tickets that never seem to win.

Ik heb Guus toegevoegd om Dagobert dat advies te geven. Dat vond ik de
meest aannemelijke manier om Dagobert die beslissing te laten maken.
(Normaal gesproken gaat het kopen van loten recht tegen zijn karakter/
principes in.)

> It looks very much as if the old dime was the gizmo that made him the
> richest duck in the world. His luck is gone kaput.
> Then he changes suddenly. He says, "Luck! I didn't make my fortune by
> being lucky. I made it in the old-fashioned way! By hard work."
> So he goes back to the hills with a pick and shovel and lots of sweat
> on his brow and before long he has a flock of new gold mines and oil
> wells and is richer than ever.

In de uitwerking heb ik ervoor gekozen om Dagobert te voet naar de bergen
laten gaan. Geheel op eigen kracht. Vandaar dat ik de mogelijkheid heb
toegevoegd dat die bergen nabij Duckstad zijn.

Eenmaal in de bergen laat ik Dagobert nog even de schijn van pech en
tegenslag hebben, als poging om te voorkomen dat zijn eenmans-succes
een karikatuur zou worden.

> Walking along the street one day he is wondering how the Beagle Boys
> are making out with his old dime.

Dit is het punt waarin staat dat Dagobert weet dat er sprake is van
diefstal door de Zware Jongens. Hier wijk ik vanaf in mijn uitwerking.
Ik heb alleen de vraag op laten komen waar het Dubbeltje gebleven is.

> He soon learns. The B-Boys, passing in a paddy wagon on the way to
> jail, bean him with the dime.
> Now Scrooge places the dime in the position it is fitted for -- a
> memento of the way he got his start. He relaxes in his money contented.
> His overloaded money bin needs no more money. He personally needs no
> more money. He has got it made.
> The doorbell rings.

Of de "deurbel" wel of niet gaat, komt in mijn uitwerking niet voor.
Om de rijkdom en tevreden van Dagobert te tonen, laat ik hem in de kluis
van zijn pakhuis zitten. Maar misschien heeft hij daar een knopje om de
deur te openen? In dat geval zouden de neefjes zich eerst per intercom
aan kunnen melden. Als het idee bevalt dat er sprake is van een
televisie-loterij, kan de showmaster dan meteen de neefjes meelopen
omdat zij hem herkennen. (Zij kijken wel televisie.) Dus het wel of niet
gebruiken van een deurbel maakt wat betreft de uitwerking geen verschil.

> It is Don and the kids bringing news that one of the ten-cent lottery
> tickets that Uncle Scrooge thought worthless months ago has been
> declared a belated winner.

In mijn uitwerking zijn het alleen de neefjes. Ik heb de rol van Donald
(muntpoetser) en de rol van de neefjes (als woudlopers) gescheiden, om
meer invalshoeken in de interactie tussen de ducks toe te kunnen voegen.
In "The Golden River" is Donald betrokken bij de neefjes als woudlopers,
dus het is wel mogelijk om ze als (eenzijdiger) viertal op te voeren.

Ik heb de rol als woudlopers toegevoegd omdat het een eenvoudige
mogelijkheid gaf om een grootschalige zoektocht (door vele woudlopers)
naar het dubbeltje te doen plaatsvinden. Omdat ik de diefstal door de
Zware Jongens niet kenbaar maak, door het toevoegen van een ekster, vond
ik een zoektocht door de woudlopers het meest aannemelijk. Zij weten het
beste hoe een ekster eruit ziet.

Het voordeel van woudlopers is dat er heel veel van zijn, zonder dat
uitgelegd hoeft te worden waar al die zoekende personen vandaan komen.
Barks heeft het nergens over een grootschalige zoektocht, maar leek me
een manier om het belang van het dubbeltje visueel te onderstrepen.

> Scrooge will have to make room for ten million dollars -- all in dimes."

In mijn uitwerking laat ik deze massa dubbeltjes over het Geluksdubbeltje
heenstorten, zodat Dagobert er meteen weer naar kan gaan zoeken (zonder
dat het echt kwijt is). Het leek me aardig als eindgrap, maar vooral als
een manier om iets te doen met de 'toevallige' uitbetaling van louter
dubbeltjes.

- - - - - - -


Tot zover deze email-triathlon. :-)


Groetjes,

--- Daniel





- - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Daniel(LXXIII)
 

Berichtdoor Caspar » vr maart 09, 2007 1:56 pm

Wederom een leuk verhaal dat zeker verder uitgewerkt moet worden.
Caspar
McDrake's Willie Wortel
Member
 
Berichten: 799
Geregistreerd: ma jan 01, 2007 6:38 pm

Berichtdoor Ui » vr jul 15, 2011 8:23 pm

Frank Jonker aan Daniël: Jammer trouwens dat Geoffrey Blum het Barks-idee al heeft uitgewerkt tot een scenario. Tja, we wisten dat het risico bestond. Maar 26 pagina's? Ik dacht eigenlijk dat het in 10 zou kunnen. Mogelijk dat de Nederlandse Duck zo'n verhaal weer inkort tot wat het had moeten zijn en het dan zo in de Duck plaatst. Ik denk niet, dat ze nu nog geld willen betalen voor een Nederlandse versie. Ben ook heel erg benieuwd of ik er nu nog wat van hoor. Misschien de volgende keer op de redactie nog maar eens navragen.

(Tue, 29 Oct 2002 19:01:17 +0100)
Na zonneschijn komt regen.
Avatar gebruiker
Ui
emotioneel wezen
Member
 
Berichten: 4411
Geregistreerd: vr sep 04, 2009 7:13 pm

Berichtdoor Robb_K » vr jul 15, 2011 11:13 pm

Ui schreef:Frank Jonker aan Daniël: Jammer trouwens dat Geoffrey Blum het Barks-idee al heeft uitgewerkt tot een scenario. Tja, we wisten dat het risico bestond. Maar 26 pagina's? Ik dacht eigenlijk dat het in 10 zou kunnen. Mogelijk dat de Nederlandse Duck zo'n verhaal weer inkort tot wat het had moeten zijn en het dan zo in de Duck plaatst. Ik denk niet, dat ze nu nog geld willen betalen voor een Nederlandse versie. Ben ook heel erg benieuwd of ik er nu nog wat van hoor. Misschien de volgende keer op de redactie nog maar eens navragen.

(Tue, 29 Oct 2002 19:01:17 +0100)

Ik had graag schrijven en storyboard een nieuw verhaal van dat scenario. Ik denk dat het garandeert dat 10 pagina's, niet-26. Maar dan, Geoff heeft gebruikt 14 pagina's, en voegde Oom Dagobert en Zwarte Magica naar Barks 'scenario (' Koningin van de Apple Festival "), geschreven voor de 10-pagina regelmatig" Walt Disney's Comics en Verhalen ". Het is duidelijk dat hij de voorkeur aan langere verhalen dan de normale 10-pagina's.
Ik heb alles geleerd van Professor Desiderius Netelmans van de Universiteit van Duckstad.
Avatar gebruiker
Robb_K
Klassiek Barksist
Member
 
Berichten: 1118
Geregistreerd: wo jan 03, 2007 11:47 pm
Woonplaats: Los Angeles/Nederland/Muenchen

Berichtdoor McDuck Menu » vr jul 15, 2011 11:38 pm

Maar waarom zou dat niet kunnen? Er zijn toch vaker meer versies van Barks synopsissen gemaakt? Pied Piper of Duckburg, Somewhere in Nowhere etc. Het is een leuk verhaal, zoals ik het hier lees. De versie van Blum is me even niet bijgebleven, maar ik heb hem wel in albumvorm blijkbaar. http://coa.inducks.org/issue.php?c=nl/DDAS+30#g
Mijn portfolio: http://timartz.com
Avatar gebruiker
McDuck Menu
Tekent eenden
Member
 
Berichten: 1304
Geregistreerd: di jan 02, 2007 10:11 pm
Woonplaats: Nijmegen


Keer terug naar Fanfictie & -tekeningen

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers. en 4 gasten

cron