De volgende passages komen uit het 'Het nieuwe Zwartboek Wereldmerken' (2004) van de Duitse onderzoeksjournalisten Klaus Werner en Hans Weiss:
-----------------------------------------------------
Mickey Mouse in China
Walt Disney richt zich bij zijn zaken in China niet alleen op de consumenten, maar laat daar ook zijn beroemde speelgoedfiguren produceren: Mickey Mouse en Donald Duck en Bambi en Cinderella en alle andere. Mickey Mouse heeft echter in China een tweede gezicht gekregen: “Pas op voor Disney’s achterbuurtfabrieken in Zuid-Azië!” waarschuwt de kritische consumentengroep Hongkong Christian Industrial Committee en verspreidt posters waarop Mickey Mouse scherpe tanden heeft die flink kunnen bijten. Begin 2001 publiceerde de groep een rapport over misstanden in twaalf Chinese fabrieken, die producten van de Walt Disney Company fabriceren.
Mickey Mouse is slecht
De beschuldigingen: het personeel werd gedwongen tot achttien uur per dag te werken, zeven dagen in de week, vaak maanden lang aan één stuk, onder deels gevaarlijke omstandigheden. De meeste jonge vrouwen, sommigen van hen niet ouder dan zestien, werken voor een hongerloon van 38-63 euro per maand. Dat ligt onder het wettelijk minimumloon, als men de lange arbeidsduur in aanmerking neemt. Ter vergelijking: de managing director van de Disney Company, Michael Eisner, verdient 6,25 miljoen euro- eveneens per maand. Een groot deel van de overuren werd niet uitbetaald. Met de uitbetaling van het loon liepen de bedrijven vaak één à twee maanden achter. De werkneemsters berichtten over slecht kantine-eten en overvolle slaapzalen. Tot wel 24 mensen moesten één slaapruimte delen. Bovendien werden ze gepest met kleinzielige straffen. Hoewel dat in China wettelijk is voorgeschreven, werden de meeste werkneemsters door hun werkgevers noch tegen ziekte noch sociaal verzekerd. Controles van officiële inspecteurs werden van tevoren aangekondigd. Zo hadden de bedrijven altijd de tijd alles op orde te brengen. De werkneemsters werden gedwongen valse loonverklaringen te ondertekenen. Ook moesten ze oefenen om op eventuele vragen de ‘juiste’ antwoorden te geven. Minderjarige werkneemsters moesten gedurende de controle de fabriek zolang verlaten.
Geen sprookje
Een jaar eerder had de Hongkong Christian Industrial Committee een soortgelijk rapport over misstanden in vier Chinese fabrieken gepubliceerd, die eveneens voor Disney produceerden. De reactie van het concern: het zette meteen zijn opdrachten aan drie van de vier bedrijven stop en hield daarmee zijn straatje schoon. Doordat er nu geen werk meer was, werden de werkneemsters ontslagen. Om te verhinderen dat de Walt Disney Company opnieuw alleen maar van toeleveranciers wisselt en de slachtoffers van de misstanden werkloos worden, publiceerde de hulporganisatie in het nieuwe rapport van 2001 alleen maar onleesbaar gemaakte namen van bedrijven. Het Amerikaanse concern wordt daarin opgeroepen eindelijk sociale gedragsregels (‘codes of conduct’) in praktijk te brengen die het zichzelf heeft opgelegd, en ervoor te zorgen dat de toeleveringsbedrijven zich aan bepaalde minimum maatstaven houden. Disney moet de arbeiders voorlichten over hun rechten en hen mede betrekken in de controle op de arbeidsomstandigheden, zo luidt de eis. De reactie van de Disney Company op de beschuldigingen: verzwijgen, ontkennen, verdoezelen. Een beproefd recept. De bittere conclusie van de Hongkong Christian Industrial Committee: “Disney is geen geval dat op zichzelf staat, maar een voorbeeld van wat momenteel in de hele wereld plaatsvindt.” En: “Als de arbeiders niet bij de controle betrokken worden, blijven de door de bedrijven gepubliceerde ‘codes of conduct’ enkel propaganda”.
Ook kinderarbeid in de Eerste Wereld
In december 2001 berichtte het dagblad ‘The New York Times’ over het toeleveringsbedrijf van Disney KTBA Inc. In Californië: circa 800 werknemers hadden daar voor een uurloon van 1,35 dollar feestartikelen vervaardigd. Het vastgestelde minimumloon in Californië bedraagt echter 6,25 dollar. In de fabriek werkten ook kinderen van zeven tot vijftien jaar. De Walt Disney Company ontkende elke verantwoordelijkheid, maar was in 2001 bereid de werkneemsters 903.000 dollar schadevergoeding te betalen. In het najaar van 2002 heersten bij het Disney-toeleveringsbedrijf Sha Makhdum in Bangladesh de volgende toestanden: de arbeidstijd ebdroeg 14 à 15 uur per dag. De werkneemsters kregen regelmatig slaag van de opzichters. Als loon kregen ze 5 dollarcent per Disney-shirt, dat wil zeggen een kwart procent van de prijs waarvoor het concern de shirts verkocht ($17,99). Toen mensenrechtenorganisaties, zoals het Amerikaanse National Labour Committee, deze toestanden aan de kaak begonnen te stellen, stopt de Walt Disney Company alle opdrachten. Onder druk van de publieke opinie verbeterde de eigenaar van het toeleveringsbedrijf in één klap de arbeidsvoorwaarden. Maar ondanks verzoeken van de werkneemsters heeft Disney tot dusver geweigerd het bedrijf nieuwe opdrachten te verstrekken. Ook op het eiland Macao, dat sinds 1999 bij China behoort, en op het Caribische eiland Haïti zijn misstanden bekend geworden in fabrieken die voor Disney produceren. In de Megatex Factory in Port-au-Prince, de hoofdstad van Haïti, ontvingen arbeiders in oktober 1998 dreigementen van hun chefs dat men hen zou ontslaan en geweld tegen hen zou gebruiken als ze zouden blijven proberen zich als vakbond te organiseren. De suggestie van het gebruik van geweld geldt op Haïti als een verhulde bedreiging met de dood. Ten minste zeven arbeiders kregen wegens verdenking van vakbondsactiviteiten ontslag aangezegd.