Ik vond dit een heel aardig nummer. Heb 'm ook meteen gekocht.
Wat ik goed vind, is dat het openingsverhaal een 12 pagina's tellend verhaal is van César Ferioli, die uitmuntende Spaanse tekenaar. Ik heb lange tijd niet meer zulke mooie Ducks gezien. Het verhaal zou saai zijn als het gewoon zou blijven bij grappen over en weer van de neefjes en hun rivaaltjes. Wat ik leuk vind, is dat hun streken als een boemerang terugkomen aan het einde. *Helaas ligt Inducks ALWEER op z'n gat, dus geen link!*
Wat extra grappig is, is dat het schoolhoofd van Kwik, Kwek en Kwak's school, 'Meester Knies'... John Cleese is! Dat had ik meteen gezien.
De herkenning zit 'm niet eens in het haar of het snorretje, maar in de grote kin, de vorm van de mond met de ontblootte tanden en de houding. Af en toe tekent Ferioli hem inderdaad in typische Cleese-houdingen, zoals op bladzijde 6 van het verhaal, plaatje 3. Je herkent er moeiteloos de houding van Cleese in als wanhopige Basil Fawlty:
En die bijfiguur op dat plaatje, helemaal rechts, met zijn brilletje en stropdas, kennen we die niet ergens van? Ja, verrek: dat is een figuur uit Carl Barks' verhaal
'Omelet Valley' (W WDC 146-01):
Voordat er weer een verhaaltje komt, eerst een dierenpaspoort, waarmee Henrieke (denk ik) weer tevreden zal zijn. 'Knabbel en Babbel' sla ik uiteraard over, voor die "labiele figuren" (copyright Stephan? Don McDuck?) maak ik geen tijd vrij. Maar wat me wél opvalt, is dat die eekhoorn buitengewone proporties heeft aangenomen. Is dit een monsterachtige mutatie? De tekenaar is de verhoudingen een beetje zoekgeraakt, vrees ik.
De poster van Michel Nadorp vind ik héél mooi getekend. De grap vind ik leuk bedacht. Echt een typische Karel-en-Clara situatie. Op de achterkanten staan twee opmerkelijke advertenties: één van, inderdaad, de fascimileboeken 1958... en de andere gaat over een Donald Duck-dekbedovertrek van... Mau Heymans!!!
Dan wéér zo'n debiel verhaaltje over de jeugd van Dagobert, alweer met zulke afschuwelijke tekeningen. Net als in DD 34-2007. Is ook deze onzin geschreven door Ruud Straatman, de auteur van dat andere verhaal? Dagobert kwam uit Schotland, als ik me goed herinner. Daar stond, ook volgens Barks, zijn voorvaderlijk kasteel. Maar in dit verhaaltje vertelt Dagobert dat hij met zijn ouders in een hutje vlak buiten Duckstad woonde! HUH?
De Bradbury-wolf sla ik over; niet mijn stijl.* Het Ariël-verhaal dan. Normaal ben ik geen fan van verhaaltjes met Disney-tekenfilmhelden, omdat de spirit van de film en de karakters van de figuren toch nooit te vangen is in zulke strips.** Maar ik vind Ariël een heel leuk karakter, dus lees ik verhaaltjes met haar wel graag. Jammer alleen dat het ook hierin, zoals in zoveel Zeemeermin-verhaaltjes, niet gaat om haar, maar om één van haar onderwatervriendjes. Het scenario rammelt, omdat niet uitgelegd wordt hoe het kan dat de pijlstaartinktvis nog nooit iemand van haar eigen soort heeft gezien.
De clou van het Oma Duck-verhaal zag ik al van ver af aankomen, vooral dankzij de titel. Maar het is gedegen verteld en de tekeningen zijn wel aardig. Alleen maakte de redactie een foutje: op pagina 42 zegt Oma "Guus" tegen Gijs.