Ik ben blij dat iedereen het leuk vind. Zo te horen heeft niemand nog ideeën of tips. Ik heb het tweede stukje wat langer gemaakt. Heel wat langer. Succes met lezen
Het is 7 december 1916. Een dik pak sneeuw ligt in de straten van Duckburg. Iedereen is bezig met het sneeuw vrij maken van zijn voortuin. Ook de gemeente loopt door de straten om er voor te zorgen dat voetganger en fietsers zich normaal kunnen verplaatsen. Het lijkt een rustige ochtend in de Kwakersstraat. Ook Woerd Snater is vroeg uit de veren om zijn stoepje begaanbaar te maken. De buurman van Woerd en Hortensia, Berend Bolderbast, is ook bezig met sneeuw scheppen. Maar hij gooit zijn sneeuw over de schutting in de tuin van Woerd. Na een paar keer scheppen merkt Woerd het. Vol woede stapt hij naar de schutting met de gedachte zijn buurman te laten zien hoe hij met dat gedrag om gaat. Net voor dat hij bij de schutting is krijgt hij een grote lading sneeuw in zijn gezicht. Vol haat maakt hij een ijsbal die hij vervolgens tegen Berends hoofd aan gooit. Even lijkt Berend buiten westen te zijn totdat hij zich omdraait en Woerd met de schep een klap op z’n hoofd geeft.
“Hier pak aan, verenkussen!”
“Ik zal jou eens wat laten zien, dikzak!” roept Woerd geërgerd.
Woerd loopt naar de schuur waar hij de tuinslang pakt. Hij sluit hem aan op de kraan en sluipt met de slang achter de schutting richting Bolderbast. Hij zet de kraan aan en spuit vol in de nek van zijn buurman. Bolderbast holt schreeuwend naar binnen en pakt een watermeloen. Hij gooit vanuit zijn raam op de lachende Woerd die hem vol in zijn gezicht krijgt.
“Jou krijg ik nog wel, vies varken!” roept Woerd.
Woerd holt naar binnen waar hij een douche neemt en zijn vrouw wakker maakt. Als ze zijn aangekleed fietsen ze naar het geldpakhuis, waar een hoop werk op hun wacht.
Woerd Snater en Hortensia komen om acht uur aan.
“Zo te zien is mijn zus er al.” zegt Hortensia, wijzend naar de fiets van Doortje.
Samen lopen ze naar boven en inderdaad Doortje is er al.
“Môge, Doortje.” roept het stel tegelijk.
“Goedemorgen!” antwoord Doortje.
“Ik pak straks wel koffie, eerst eens die papieren van Dagoberts bandenfabriek uitzoeken. Zeg, waar heb je ze eigenlijk neergelegd, Hortensia?” vraagt Woerd.
“Op jouw kantoor, rechter kast, links boven in.”
“Oh ja, ik zie ze.”
Woerd bekijkt de papieren en ordent ze. Al 13 jaar werken Woerd Snater, Doortje en Hortensia voor Dagobert. De nu al steenrijke eend reist al jaren over de wereld om de rijkste eend ter wereld te worden. Ook zijn zussen zijn een keer mee geweest. Maar na het avontuur in Afrika zijn Doortje en Hortensia terug naar huis gegaan. Bij elke grote doos die Dagobert naar het pakhuis stuurt hopen de meisjes dat Dagobert er weer in zit en zijn excuses aanbied. Maar alle hoop is tevergeefs. Ze zitten al jaren op Dagobert te wachten. Zand erover wat er in Afrika is gebeurt zouden ze zeggen als hij er was. Maar hun broer is nog steeds niet terug. Zou hij wel terugkomen? Zou hij het weer willen goed maken met zijn zusters? Ook vandaag weer werken de drie weer in het geldpakhuis. Woerd is bezig met de bandenfabriek en zijn zussen lezen de aandelen die Dagobert gisteren heeft opgestuurd. De bandenfabriek is de eerste fabriek van Dagobert en die staat (natuurlijk) in Duckburg. De fabriek is niet alleen Dagoberts eerste investering ook de Duckburgse eerste onderneming. Omdat de fabriek werknemers nodig heeft, werkt tegenwoordig half Duckburg in het bedrijf. Woerd Snater wordt nu gezien als directeur van de bandenfabriek.
Na een middag hard werken sluiten ze om 5 uur het pakhuis. Woerd en Hortensia lopen naar hun fietsen. Doortje is al een halfuur eerder weg gegaan omdat zij een afspraak had.
“Dat was een drukke dag.” zegt Hortensia zuchtend als ze richting huis fietsen.
“Zeg dat wel! Dagobert stuurde vandaag ook weer aandelen op. Die ene was een aandeel in de spoorwegen, of zoiets. Het interesseert me eigenlijk niet zo veel. Maar waarom je broer het zo leuk vind om de hele aardbol aftestropen met de bedoeling geld te verdienen, snap ik niet.”
“Hij is veranderd.” antwoord Hortensia zacht, “Vroeger vond hij het avontuur om geld te verdienen leuker dan de uiteindelijke winst. Zijn herinneringen zijn hem meer waard dan al het geld, tenminste vroeger. Tegenwoordig is hij een geldwolf die iedereen uitbuit op een oneerlijke manier. Alleen maar om nog meer geld te vergaren. Hij is bezeten!”
Hortensia staart voor zich uit. Er rolt een traan over haar snavel. Ze zucht en gaat verder.
“Het verhaal van Afrika weet je. Dat zou ik nooit uit m’n hoofd kunnen krijgen. Al die mensen zijn de jungle ingejaagd en hun hutten zijn platgebrand. En de leider van de stam is opgelicht. Allemaal door mijn broer. Die dag was de zwartste dag voor de McDuck Clan. Ik hoop dat hij beseft dat hij fout is geweest. Ik vergeef het hem, als hij snapt dat wij niet voor niks zijn weggegaan uit Afrika. Zal hij misschien morgen de boot pakken en terug naar huis komen. Was het maar zo, was het maar zo…”
Met tranen in haar ogen rijden Hortensia en Woerd naar huis. Zonder de gedachte dat als Dagobert ooit weer naar huis komt het heel anders zou lopen dan gepland.
24 december 1916, vroeg in de morgen. In het oosten komt de zon op. De eerste zonnestralen schijnen over de witte velden, waar een dik pak sneeuw ligt. Wilhelmus loopt met een boterham in zijn hand naar de schuur. De koeien moeten worden gemolken. Wilhelmus is als een halfuur bezig wanneer Dora uit haar bed komt. Na zich te hebben gewassen en aangekleed te zijn loopt Dora naar de schuur.
“Goedemorgen, schat!” roept Dora naar haar man.
“Hé, môge Dora.” antwoord Wilhelmus.
“Ik ben zo meteen naar het dorp om nog wat kerstcadeaus voor morgen te kopen.”
“Is goed, tot straks!”
Dora loopt weer naar de boerderij waar ze de fiets pakt. Door het rustige landschap van Calisota fiets de boerin richting Duckburg. In het dorp is het erg druk. De meeste mensen doen hun laatste kerstinkopen. Net voor dat Dora de fiets wil neerzetten botst ze bijna tegen een grote meneer met een kerstboom op. Ze stapt af en loopt door het dorp op zoek naar leuke cadeaus voor morgen.
Ondertussen zit Woerd op zijn kantoor in het geldpakhuis. Het is rustig in het pakhuis. De meeste mensen hebben vrij gevraagd omdat het morgen kerstmis is. Ook Hortensia heeft een daagje vrij genomen. Doortje en Eugenia zijn wel op kantoor.
“Meneer Duck, wilt u kof…”
“Gewoon Woerd” zegt Woerd geërgerd tegen Eugenia.
“Oh, sorry. Maar wilt u een kopje koffie?”
“Graag! Ik kan m’n ogen amper openhouden. Ik heb vannacht slecht geslapen, omdat onze buurman, Berend, vannacht om twee uur de muziek keihard aanzette!”
“Dat is niet zo mooi. Hier is uw koffie.”
“Ja dankje. Wil je gelijk Doortje even roepen. Ik weet niet waar dit blaadje van dan komt.” zegt Woerd zwaaiend met een stuk papier in z’n handen. Eugenia roept Doortje die vervolgens naar Woerd komt.
“Je moest me hebben.” zegt Doortje.
“Klopt, ik wis nie…”
TRINGGGG! De bel galmt door de kamer van Woerd. Hij drukt het knopje en vraagt wie er voor de deur staat.
“Ik ben het, je moeder.” roept Dora in de intercom.
“Ha moeders, ik doe de deur open!”
Dora loopt naar boven.
“Goedemorgen, Woerd en Doortje.” zegt Dora opgewekt.
“Ook goedemorgen.” roepen ze alle twee tegelijk.
“Ga zitten, moe. Bakkie koffie?”
“Ja lekker. Ik was even in het dorp om de laatste kerstinkopen te doen en ik dacht ik zou eens bij m’n zoon langs gaan.”
Met z’n drieën zitten ze gezellig wat te kletsen. Ondertussen op een andere boerderij buiten Duckburg zitten nog twee eenden aan de koffie. Het zijn Driekus en Zwaantje. Driekus is net klaar met melken en zit samen met zijn vrouw bij de openhaard. Ook Fortunus zit in zijn grote landhuis bij de kachel. Zijn vrouw Trijntje is in het dorp nog snel een kerstboom zoeken. Trijntje wil net naar een kraampje toe waar ze de bomen verkopen totdat.
“Hoera! U bent onze honderdste klant vandaag! Mogen wij u een gratis kerstboom aanbieden?” vraagt een van de verkopers.
“Graag. Ik was net op zoek naar een kerstboom.” antwoord Trijntje. “Gisteren won ik al een doos kerstballen, eergisteren lampjes voor in de kerstboom en eer-eergisteren won ik een piek!”
“Nu alleen nog de kerstboom! En die krijgt u van ons, gefeliciteerd!” zegt de andere verkoper.
De volgende morgen, ook al is het kerst, is Wilhelmus er weer vroeg uit. Maar niet alleen Wilhelmus, ook Dora is er vroeg uit. Zij versiert de boerderij en maakt het eten voor vanavond klaar. De hele familie Duck is uitgenodigd op de boerderij
16.10. Woerd Snater en Hortensia arriveren op de boerderij. Als ze binnen zijn gaan ze in de woonkamer zitten bij de openhaard. Vijf minuutjes later komen ook Driekus en Zwaantje aan. Met z’n zessen zitten ze aan de koffie als eindelijk om half vijf ook Fortunus en Trijntje arriveren. Om zes uur gaan ze aan tafel, die versiert is met allerlei kerst spullen.
“Je hebt heerlijk gekookt, vrouw!” zegt Wilhelmus.
Iedereen stemt er mee in. Die avond zit iedereen te smullen. Maar na het eten lust iedereen wel een zelfgemaakt kerstkransje. Rond elf uur vertrekken ze weer. Al snel gaan Wilhelmus en Dora naar bed. Morgen is het weer vroeg dag. Zonder dat ze het merken valt die nacht een dik pak sneeuw. Toch nog een witte kerst!