arjan k schreef:Kijk, wie kaatst kan de bal verwachten, dat begrijp ik heel goed.
Echter, Als ik jullie berichten over het algemeen een beetje lees, dan lijkt het wel of velen van jullie geen plezier uit de duck halen. Als ik dat zou hebben, dan verkocht ik de verzameling en kapte ik er mee.
Tot hier kan Ei met Arjan mee gaan. Als je geen plezier meer uit je hobby(!) haalt, kap er dan mee. Als een hobby een last wordt is het geen hobby meer. Volgens Van Dale is een hobby een "bezigheid die men voor zijn genoegen of ontspanning doet". Een synoniem is "liefhebberij".
Waarom blijven ontevreden lezers zich toch druk maken? Zou er misschien iets als een "Ducksverslaving" kunnen zijn? De kwaliteit van de Ducks gaat achteruit, maar toch blijft men erom vragen. Is dat misschien vergelijkbaar met een alcoholist die desnoods giftige spiritus drinkt, zolang er maar wat alcohol in zit?
De energie die men steekt in de nieuwe Ducks gaat ten koste van de energie die men kan steken in Ducks die men wél goed vindt. Die "goede" Ducks moeten nu onder de "slechte" lijden. Grote, tijdloze artiesten als Barks, Taliaferro, Murry worden terzijde geschoven en vergeten, omdat ene Sander Gulien te korte armpjes tekent en ene Mau Heymans een belegen grap maakt. Wil je als artiest in Nederland veel aandacht krijgen, dan moet je vooral zorgen dat men er zich aan je kan ergeren. Wat dat betreft krijgen we zodoende precies de Ducks die we blijkbaar het liefst willen: Ducks waar we uitgebreid over kunnen klagen.
arjan k schreef:Ook ik vind, dat veel dingen in de duck beter kunnen, maar heb wel het besef, dat ik niet meer tot de doelgroep behoor. Als ik nu nog 12 was geweest, dan had ik de huidige duck waarschijnlijk grandioos gevonden en die jaren '70 maar dikke troep.
Andere generatie, andere interesses.
Hier haakt Ei af. Dat het zou gaan om doelgroepen en te oud worden, staat haaks op het tijdloze karakter dat het blad zou hebben. Lees bijvoorbeeld een gemiddeld interview met hoofdfedacteur Thom Roep. Donald Duck zou voor volwassen lezers een diepere laag herbergen. Zoals in elk geval Barks een extra laag biedt. Een intelligente laag die lezers doet terugkeren. Ei zou die diepere laag willen definiëren als een "onderliggende geloofwaardigheid".
Neem Donald Ducks uit de jaren 1952 t/m 1985. Zie als volwassene hoe verzorgd deze bladen redactioneel in elkaar zitten in vergelijking met nu. In de huidige Donald Ducks is volgens Ei duidelijk te zien dat die redactie grotendeels verdwenen is. De brief van Oom Donald is een onpersoonlijke kattenbel. De puzzelpagina's zijn grotendeels weg. Zoals Ei de geschiedenis ziet probeerde men vroeger een persoonlijke band met de lezer te onderhouden. Het is volgens Ei die redactionele, schijnbaar persoonlijke band die lezers doet terugverlangen naar Donald Duck. Zoals Rockerduck al opmerkt werden vroeger prijsstijgingen duidelijk aangekondigd in de brievenbus. Daar kon je op rekenen. Op Ei staat zo'n openlijke aankondiging haaks op het tegenwoordige verborgen prijsverhogen. Vroeger kwam Oom Donald eerlijk over bij prijsverhogingen. Hij deed in een begeleidend plaatje zelfs nederig zijn pet af. Daarentegen kan hij tegenwoordig degene zijn die stiekem je zakken rolt. Dat is nogal een verschil. Donald Duck is verhard. Ei ziet er niet meer de doordachte kindervriend in die hij vroeger was. Want Donald Duck is natuurlijk altijd commercieel geweest. Alleen had men vroeger een redactie die daar redelijk zorgvuldig mee omging. Een vakkundige redactie, die vertrouwen in hun produkt wekte. Aldus Ei.
De stelling "als ik nu nog 12 was geweest" lijkt voor Ei te suggereren dat een 12-jarige matige kwaliteit grandioos vindt. Het is volgens Ei die neerbuigende houding die hen doet afhaken. Misschien zullen ze hun verveling even met pulp kunnen verdrijven, maar ze hebben er geen "voedsel voor de geest" mee. Ze nemen er in hun leven niets van mee. Zulke lege blaadjes worden gauw vergeten en geven die kinderen geen impuls om er volgende generaties mee te boeien.
De redactie heeft inmiddels via hoofdredacteur Thom Roep tegenstrijdige reacties gegeven in de media. In de ene reactie prijst Thom Roep het meerdere generaties aansprekende tijdloze karakter van de Donald Duck. In de andere reactie van Roep is de Donald Duck opeens uitsluitend bestemd voor een jeugdige doelgroep. Dit laatste type reactie lijkt volgens Ei uitsluitend gegeven te worden als de Donald Duck onder vuur ligt. Dan zijn die lezers te oud en is de Duck maar voor kinderen. Om dan vervolgens bij een komkommerbericht over Ducks lezende studenten weer voorop te staan met die diepere laag. Zoals in het afgelopen jaar is gebeurd.
Ei wil best meegaan met het beschouwen van Donald Duck als een blaadje voor een doelgroep van 12-jarigen, maar dat zou afbreuk doen aan de tijdloze, generaties overstijgende waarde die het blad zou hebben.