door Rubberduck » di nov 30, 2010 12:58 am
Ik ben nu halverwege de jaren '70 box met Dylan-albums, en dat levert een heel gemengd beeld op.
- Self Portrait (1970) is een heel vreemde eend in de toch al onconventionele Dylan-bijt. Dit dubbel-album staat vol met covers van bekende en minder bekende nummers; soms heel oud, soms heel recent (zoals 'The Boxer' van Simon & Garfunkel); covers van eigen werk (zoals 'Like A Rolling Stone'); en een paar merkwaardige instrumentale nummers. Critici hebben bj het verschijnen de plaat met de grond gelijk gemaakt. Dylan zelf zei dat hij iets wilde maken wat niemand goed kon vonden, om zo van de verwachtingen van zijn oude fans af te komen.
Het resultaat is teleurstellend. De kracht van Dylan is nou juist dat hij aansprekende eigen teksten schreef; hij had altijd een eigen verhaal te vertelllen. Nu moet de aantrekkingskracht helemaal komen van de zangkwaliteiten en arrangementen, en daar schort het op deze plaat nogal aan. Er staan veel ouderwetse, slaapverwekkende country-nummers op, die door Dylan op niet-overtuigende wijze worden gebracht. Af en toe lijkt hij echt de weg kwijt te zijn. Het resultaat is een rommelig geheel. Gelukkig staan er een paar nummers op die wél goed zijn, vooral 'Days of '49', een lekker stevig nummer, en ook de alternatieve versie van 'She Belongs To Me' mag er zijn.
- New Morning (1970), uitgekomen krap vier maanden na het fiasco van het vorige album, is alweer een klein stukje beter. Dylan heeft alle teksten weer zelf verzorgd, maar het album mist een duidelijke lijn of overkoepelende stijl. De teksten schieten alle kanten op, en ook hopt de muzikant lustig van de ene stijl over op de andere. Ik heb wel eens een recensie gelezen waarin stond dat Dylan ten tijde van dit album in de "songwriter-for-hire" fase zat, oftewel iemand die teksten op bestelling schreef, die eigenlijk niet goed bij hemzelf passen. Daar kan ik me wel in vinden. Sommige nummers zijn ook inderdaad bedoeld voor een afgeblazen musical en vallen daardoor enigzins uit de toon.
De zang is niet optimaal en nog erg ingehouden, maar alleszins een stap vooruit ten opzichte van het vorige album. Er staan een flink aantal nummers op die me wel bevallen als doorsnee popsongs, zoals 'If Not For You', 'Day of the Locusts', 'Went To See The Gypsy', 'New Morning' en 'Sign On The Window'. Liggen allemaal lekker in het gehoor, maar van Dylan mag je toch meer verwachten.
- Pat Garrett & Billy the Kid (1973) is de soundtrack van de gelijknamige film van Sam Peckinpah. Dylan speelt er zelf nog een heel klein rolletje in. Afgezien van een single, is dit het eerste nieuwe werk wat hij sinds 1970 uitbrengt; een album "op bestelling". Het geheel bestaat uit voornamelijk instrumentale nummers. Die klinken best aangenaam en sfeervol, maar vier van de tien tracks zijn steeds variaties op hetzelfde arrangement, en dat is een beetje jammer. Grote kraker op het album is het nummer 'Knockin' on Heaven's Door', één van de mooiste uit de Dylan-catalogus.
- Planet Waves (1974) begint misleidend, met een country-achtig nummer, 'On A Night Like This', gezongen in de stijl van New Morning. Maar vanaf het tweede nummer hoor je meteen dat Dylan weer helemaal terug is. Samen met de groep The Band maakt hij van deze plaat een prachtig afgerond geheel. Het is zelfs zijn eerste album dat ik al vanaf de eerste beluistering helemaal geweldig vind. Hier is niks te 'wennen' aan bepaalde stijlen, arrangementen of veranderende stem, maar is het meteen puur genieten. Dylan heeft afscheid genomen van de "songwriter-for-hire" periode, en maakt persoonlijke teksten over perikelen die heel dicht bij hemzelf staan. Dat brengt de authenticiteit en oprechtheid terug die sinds Blonde On Blonde (1966) hebben ontbroken.
Absolute uitschieters zijn 'Going, Going, Gone', 'Tough Mama', 'Dirge', 'Wedding Song' en als absolute topper 'Forever Young' (in twee versies te beluisteren), Dylan's gedicht voor zijn zoontje Jakob.
- Blood On The Tracks (1975) wordt vaak aangeduid als dé comeback van Dylan in de jaren '70, na een aantal tegenvallende albums, maar die eer gaat wat mij betreft naar het voorgaande album. Die andere aanduiding voor deze plaat, namelijk 'de echtscheidingsplaat', klopt dan wel weer heel erg. De nadruk wordt vaak gelegd op het gif dat hij spuit in o.a. 'Idiot Wind', maar de teksten zijn diverser en de gevoelens en sferen die Dylan oproept zijn gemixter. De ene keer haalt hij fel uit naar zijn ex-vrouw Sara, de andere keer gaat het erover dat hij haar zo vreselijk mist. Overtuigender en krachtiger zong Dylan in jaren niet en zijn energie is bijna besmettelijk. The Band rockt er ook lekker op los en zorgt voor een perfect geheel.
Eén van de zeldzame nummers die niets met het overkoepelende thema te maken hebben, is 'Lily, Rosemary and the Jack of Hearts', een lang episch nummers. Toch is het één van de beste nummers van de plaat geworden, net als 'Shelter From the Storm' en 'Buckets of Rain'.
All I really want to do
Is, baby, be friends with you.