Rockerduck schreef:Ik volg sinds deze week aan de UU twee cursussen die perfect op dit topic aansluiten: 'Wie is wie in de Bijbel?' en 'Wie is wie in de klassieke mythologie?'. Dat wordt o.a. de Bijbel bestuderen!
- 'Wie is wie in de Bijbel?'
- 'Wie is wie in de klassieke mythologie?'
Is het niet opmerkelijk dat men blijkbaar onderscheid maakt tussen namen in de "klassieke mythologie" en namen in de Bijbel?
Hebben Mozes, Elia en Jezus wel bestaan dan? Zijn zij dan geen mythologische personages, of tenminste personen die tot die mythologische proporties zijn opgeblazen?
Is de Utrechtse Universiteit een religieuze school?
Voor zover kerk en staat überhaupt gescheiden zijn in onze samenleving?
Excuses dat ik op een aantal berichten geen antwoord heb gegeven. Voor dit topic wil ik de tijd nemen.
Zo vind ik Rockerduck's verwijzing naar Barks en Rosa als het gaat om canonieken, apocriefen en redacties, uitermate interessant. Daar wil ik gaarne op voortborduren.
zie: http://bb.mcdrake.nl/nedofftopic/viewtopic.php?p=5425#p5425 (2007-06-20 22:18:06)
Mijn visie is dat de Bijbel bestaat uit materiaal dat in een raamwerk is geplaatst. Een raamwerk dat vervolgens bewerkt is en/of in een ander raamwerk is geplaatst. Zo heb ik een theorie gelezen die stelt dat Aäron, de broer van Mozes, later pas zou zijn toegevoegd om de priesterklasse te steunen. En in Exodus 3:2 zou een engel als tussenpersoon zijn toegevoegd in de bramenstruik-ontmoeting tussen god en Mozes, om het contact tussen sterveling en god wat minder rechtstreeks te maken:
1 Mozes was gewoon de schapen en geiten van zijn schoonvader Jetro, de Midjanitische priester, te weiden. Eens dreef hij de kudde tot voorbij het steppeland, en zo kwam hij bij de Horeb, de berg van God. 2 Daar verscheen de engel van de HEER aan hem in een vuur dat uit een doornstruik opvlamde. Mozes zag dat de struik in brand stond en toch niet door het vuur werd verteerd.
En over die schoonvader Jetro, de Midjanitische priester, heb ik als theorie gelezen dat hij mogelijk een onderwijzende invloed had op Mozes. In Exodus 18:13-23 vertelt Jetro aan Mozes hoe deze het volk kan leiden:
13 De volgende dag sprak Mozes recht over het volk. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat stonden de mensen om hem heen. 14 Toen zijn schoonvader zag hoezeer hij door hen in beslag werd genomen, vroeg hij: ‘Waarom moet jij steeds voor iedereen klaarstaan? Waarom houd jij als enige zitting, terwijl de mensen zich van ’s ochtends tot ’s avonds om je verdringen?’ 15 Mozes antwoordde zijn schoonvader: ‘Omdat het volk bij mij komt om God te raadplegen. 16 Als ze een geschil hebben, wordt dat aan mij voorgelegd, en dan beslis ik wie er in zijn recht staat en vertel ik hun hoe Gods wetten en voorschriften luiden.’ 17 ‘Het is niet verstandig wat je doet,’ zei zijn schoonvader, 18 ‘je zult er nog onder bezwijken, en de mensen die bij je komen ook. Dit is een veel te zware taak voor je, je kunt die niet alleen aan. 19 Luister, ik zal je een goede raad geven, en moge God je dan terzijde staan. Jij moet het volk bij God vertegenwoordigen en hun geschillen aan hem voorleggen. 20 Prent hun zijn wetten en voorschriften in en leer hun welke weg ze moeten bewandelen en welke plichten ze moeten vervullen. 21 Maar zoek daarnaast onder het volk een aantal doortastende, vrome mannen, die betrouwbaar zijn en zich niet laten omkopen, en geef hun de leiding over groepen van duizend, van honderd, van vijftig en van tien. 22 Zij moeten altijd over het volk rechtspreken. Belangrijke geschillen leggen ze aan jou voor, in minder belangrijke geschillen doen ze zelf uitspraak. Zij zullen je last verlichten door die samen met jou te dragen. 23 Als je het op deze manier aanpakt, en als God het wil, kun je het volhouden en kunnen al die mensen tevreden naar hun tenten gaan.’
En dan heb je ergens profetes Mirjam, die de zuster van Mozes en Aäron zou zijn. Een vrouwelijke profeet die voorgaat in een ritueel in Exodus 15:20-21:
20 De profetes Mirjam, Aärons zuster, pakte haar tamboerijn, en alle vrouwen volgden haar, dansend en op de tamboerijn spelend. 21 En Mirjam zong dit refrein:
‘Zing voor de HEER,
zijn macht en majesteit zijn groot!
Paarden en ruiters wierp hij in zee.’
Ik heb in meerdere boeken als theorie gelezen dat bijvoorbeeld Mozes, Aäron en Mirjam geen familie van elkaar waren en dat ze zijn samengevoegd in een raamwerk zoals bijvoorbeeld Rosa die heeft gemaakt rondom Barks.
Zo zouden ook Abraham, Isaäk, Jakob aan elkaar geknoopt zijn om een samengevlochten volksgeschiedenis te maken voor Israël (noordelijk) en Juda (zuidelijk). Dat zou o.m. ongeveer ten tijde van Bijbelse koning Josia kunnen zijn gebeurd. De Bijbel maakt melding van een wetboek dat de priester Chilkia in de tempel zou hebben gevonden. Zie 2 Koningen 22:8-13:
8 De hogepriester Chilkia zei tegen hofschrijver Safan: ‘Ik heb hier in de tempel van de HEER een boekrol gevonden met de tekst van de wet.’ Safan nam het boek in ontvangst en las het. 9 Daarop ging hij terug naar de koning om verslag uit te brengen. Hij zei: ‘Uw dienaren hebben het zilver dat in de tempel bewaard wordt, tevoorschijn gehaald en overhandigd aan de bouwmeesters die belast zijn met de herstelwerkzaamheden aan de tempel van de HEER.’ 10 Vervolgens vertelde hij dat de priester Chilkia hem een boekrol had gegeven, en hij begon de koning eruit voor te lezen. 11 Bij het horen van de tekst van het wetboek scheurde de koning zijn kleren. 12 Hij beval de priester Chilkia, Achikam, de zoon van Safan, Achbor, de zoon van Micha, de hofschrijver Safan en zijn persoonlijke dienaar Asaja: 13 ‘Ga ter wille van mij en heel het volk van Juda de HEER raadplegen over de inhoud van de boekrol die we gevonden hebben, want het kan niet anders of de HEER is in hevige woede ontstoken omdat onze voorouders zich niet hebben gehouden aan wat er in dit boek staat en niet hebben gedaan wat ons is voorgeschreven.’
Wij moeten natuurlijk geloven dat dit wetboek authentiek was en geen achteraf geschreven vervalsing die mensen als koning Josia en priester Chilkia opmerkelijk goed uitkwam.
Let op dat priester Chilkia genoemd is als "de zoon van Safan, Achbor, de zoon van Micha, de hofschrijver Safan". Priester Chilkia is familie van een hofschrijver. Een schrijver voor de koning. Wat toevallig dat die familie een boekrol ontdekt in de tempel.
Volgens theorie zou het hier om een vroege versie van Deuteronomium kunnen gaan, dat zodoende dus pas later aan Exodus, Leviticus en Numeri is toegevoegd als poging om de geschiedenis te herschrijven. En het is de Bijbel zelf die ruimte biedt voor zo'n theorie.
Op deze manier heb ik eindeloos veel plezier van de Bijbel. Daar zijn Disney-stambomen en Disney-raamwerken maar kinderspel bij.
Als lezer word je natuurlijk geacht om alles klakkeloos te geloven wat in de Bijbel staat, en om alle mogelijke tegenspraak weg te theologiseren. Ik geniet van de tegenwoordige vrijheid om de Bijbel te bestuderen als een literaire schatkamer.
Mijn ervaring is dat de Bijbel pas echt interessant wordt als je stelt dat het gaat om een verzameling van vele bronnen. Zoals je bijvoorbeeld in een raamwerk van Rosa een flard overgenomen Barks kunt tegengekomen. Stellen dat de Bijbel door een enkele stroming is geschreven zou ik even absurd vinden als stellen dat Rosa ook zijn Barks-fragmenten heeft verzonnen.
Overigens denk ik dat achteraf bezien zo'n vergelijking tussen Barks en Bijbel een reden voor mij was om fel te zijn over hoe volgelingen een eigen leer gaan verkondigen namens hun voorganger. Waardoor dus een valse leer ontstaat.
Kijk bijvoorbeeld hoe Paulus er met Jezus vandoor gaat, in het Nieuwe Testament. En ja hoor, natúúrlijk was de inmidddels gekruisigde en gestorven Jezus het daar mee eens. Volgens Paulus en zijn medestanders. Maar zie welke verschillen worden aangebracht. In Handelingen 15:1-5 is sprake van "een felle woordenstrijd" over het wel of niet besneden moeten worden:
1 Er kwamen enkele leerlingen uit Judea, die betoogden dat de broeders zich moesten laten besnijden, overeenkomstig het door Mozes overgeleverde gebruik, omdat ze anders niet konden worden gered. 2 Dit leidde tot grote onenigheid met Paulus en Barnabas en mondde uit in een felle woordenstrijd. Besloten werd dat Paulus en Barnabas, samen met enkele andere leerlingen, naar Jeruzalem zouden gaan om deze kwestie voor te leggen aan de apostelen en de oudsten. 3 Nadat de gemeente hun uitgeleide had gedaan, gingen ze op weg en trokken ze door Fenicië en Samaria. Daar verhaalden ze uitvoerig over de bekering van de heidenen, iets dat bij alle gelovigen grote vreugde wekte. 4 Bij hun aankomst in Jeruzalem werden ze verwelkomd door de apostelen en de oudsten en door de rest van de gemeente. Ze brachten verslag uit van alles wat God door hen tot stand had gebracht. 5 Enkele gelovigen die tot de partij van de farizeeën behoorden, gaven echter te verstaan dat ook de niet-Joodse gelovigen dienden te worden besneden en opdracht moesten krijgen zich aan de wet van Mozes te houden.
Uiteindelijk is het Jakobus die het woord neemt en met een besluit komt. Wat geeft Jakobus die status? En waarom heeft Jezus zelf blijkbaar niets geregeld, als zijn geloof wereldwijd bedoeld was?
Jezus zelf zou wel besneden zijn, op zijn achtste levensdag. (Lucas 2:21) Een primitief, bloederig gebruik dat ook tegenwoordig nog steeds wordt toegestaan, bij jongens. (Men snijdt dan een stukje van je geslachtsdeel af.) Blijkbaar was Jezus er geen tegenstander van, als zijn volgelingen achteraf na "een felle woordenstrijd" een stoplap moeten bedenken om een bloederig gebruik af te schaffen waar de "heidenen" blijkbaar geen trek in hadden.
In dit Bijbelse verslag meen ik te zien hoe de religie die Jezus verkondigde achteraf is veranderd door volgelingen.
Persoonlijk vergelijk ik religieus besnijden met het ringen van postduiven. Met het verschil dat een besnijdenis nooit meer verwijderd kan worden en een ring wel. De ultieme vernedering en brandmerking, op zo'n manier. Reeds vanaf je achtste levensdag mag een heilige met een mes in je mannelijkheid gaan snijden. Is dat geen kinder-aanranding? Nee, dán ineens niet, als het gaat om religie. Pedofilie in de katholieke kerk is er niets bij. Daar gaan ze, voor zover bekend, niet in je zitten snijden.
Maar ik raak weer eens op een zijspoor.
In elk geval heb ik alvast veel Bijbelse namen genoemd.
bron citaten: http://www.biblija.net/biblija.cgi?lang=nl (NBV)