Fragment uit Anton van Hooff's artikel 'Atheïstisch bijgeloof / Caesar aan het kruis in Buitenhof', 'Skepter' 15(4), december 2002:
Er klopt niets van Carotta's inval. Hij presenteert zijn boek als onderzoek – zie de Nederlandse ondertitel. Een onderzoek begint, zo leren wij onze studenten, met een goede vraagstelling. Die moet aannemelijk en onderbouwd zijn. Carotta's werkhypothese berust op twee pijlers. In de eerste plaats meent hij dat er een voorstelling van de lijdende Caesar is. Deze veronderstelling baseert hij op enkele late portretkoppen van Caesar. Daar heeft de dictator wat groeven in het gelaat, gewoon Romeins realisme in de kunst. Met de idee-fixe van de Lijdende Caesar in het achterhoofd kijkt Carotta vervolgens naar de begrafenis van de vermoorde populist. Daarvan heeft Caesars partijganger Marcus Antonius een heel spektakel gemaakt. Hij had zelfs een wassen beeld van de vermoorde laten maken dat hij den volke toonde. Hoe dat ging weten wij niet, maar Carotta weet zeker dat de wassen beeltenis aan een soort kruis hing. Een bizarder idee bestaat niet. Het kruis was namelijk het executie-instrument voor de minste misdadigers, bijvoorbeeld voor de rovers die samen met Jezus ter dood werden gebracht. Ter vergelijking, men stelle zich voor dat Mat Herben het lijk van Pim Fortuyn aan een galg had gehangen en zo naar het kerkhof had gebracht.
De eerste pijler van Carotta's vraagstelling heeft dus geen bodem. Ook het tweede element van de vergelijking slaat nergens op. Carotta wil aannemelijk maken dat die `lijdende Caesar' is overgegaan in de lijdende Jezus. Maar die bestaat ook al niet! In de eerste eeuwen beeldden de christenen Jezus uitsluitend allegorisch uit, bijvoorbeeld als de bebaarde leraar. Jezus is ook vaak de Goede Herder, maar nooit de Gekruisigde of Man van Smarten. Die voorstelling zou haaks staan op Zijn goddelijkheid, die juist in de eerste eeuwen centraal staat. De zeer menselijke, lijdende Jezus aan het kruis is iets van de late Middeleeuwen.
url:
http://www.skepsis.nl/carotta.htmlHooff schrijft:
"Het kruis was namelijk het executie-instrument voor de minste misdadigers, bijvoorbeeld voor de rovers die samen met Jezus ter dood werden gebracht. Ter vergelijking, men stelle zich voor dat Mat Herben het lijk van Pim Fortuyn aan een galg had gehangen en zo naar het kerkhof had gebracht."
Inderdaad, zo'n grof en vernederend eerbetoon slaat nergens op. Maar hé, dat is toch exact wat christenen doen? Christenen willen hun leider Jezus Christus zien lijden aan een martelwerktuig. Christenen halen steun uit een gemartelde Jezus.
Overal in Nederland zijn kruizen te zien. En in katholieke kerken hangt er een beeld van Jezus Christus aan.
Los van de zaak Caesar-Jezus heeft die Carrotta wel degelijk een peiler als het gaat om bizar, tegenstrijdig menselijk gedrag. Dat bepaald menselijk gedrag nergens op slaat is gewoon werkelijkheid. Zeker als het gaat om rouwgedrag.
Verder schrijft Hooff:
"Jezus is ook vaak de Goede Herder, maar nooit de Gekruisigde of Man van Smarten. Die voorstelling zou haaks staan op Zijn goddelijkheid, die juist in de eerste eeuwen centraal staat. De zeer menselijke, lijdende Jezus aan het kruis is iets van de late Middeleeuwen."
De kruisiging van Jezus komt onder meer uit Bijbelse verslagen, namelijk de zogenaamde evangeliën. Uit de eerste eeuwen na christus. Gaat Hooff dat ontkennen?
Verder zijn er een aantal apocriefen waarin de kruisiging van Jezus en ook zijn volgelingen (waaronder Petrus) een prominente plek hebben. In die geschriften is kruisiging verheerlijkt als marteldood. Zie 'De handelingen van Petrus' en 'De handelingen van Andreas'. Het ontstaan daarvan wordt geschat op de eerste twee eeuwen na christus. Dat is dus ruim voordat de middeleeuwen begonnen. Hooff zou dat moeten weten.
Interessant aan het welles-nietes vind ik dat men weer eens uitersten zoekt. Of je bent helemaal voor. Of je bent helemaal tegen. Of je hebt 100% gelijk, of je zit 100% verkeerd. Ik zoek dan liever een tussenweg.
Wat ik interessant vind aan het betoog van documentairemaker Jan van Friesland is dat hij wees op geschriften die overeenkomsten tonen tussen Caesar en Jezus. Als geschriften over Caesar overeenkomsten laten zien met latere geschriften over Jezus, dan mag je toch op z'n minst afvragen of er sprake is van jatwerk uit geschriften over Caesar.
Het gaat mij echter te ver om meteen maar álles als jatwerk uit één enkele bron te zien. Dan sla je door, wat mij betreft.
Het Nieuwe Testament, waaronder de evangeliën, maakt vrijuit gebruik van figuren uit het Oude Testament. Figuren zoals Mozes en Elia.
Over Mozes bestaat een rabbijns, buitenbijbels verhaal (o.m. in 'Sjemot Rabbah') waarin Mozes een verloren schaap redt dat verdwaald is van de kudde. Helaas weet ik daar geen jaartal van. In de Bijbel zelf staat hoe Mozes 40 tijdseenheden in de woestijn doorbracht, evenals Jezus. Ook de geboorte van Jezus lijkt op die van Mozes. Bijvoorbeeld de kinderjacht van de farao en die van Herodes.
Over Elia meldt de Bijbel dat Elia natuurwonderen verrichtte en mensen uit de dood opwekte.
Verder lijkt Jesaja een belangrijke inspiratiebron te zijn.
Alleen al op basis van zulke vaak Bijbelse overeenkomsten vraag ik me af in hoeverre Jezus historisch is. Als je het Oude Testament van de Bijbel leest, valt volgens mij moeilijk te ontkennen dat christenen er veel inspiratie hebben opgedaan. Alleen noemen zij zulke plagiaat-achtige overeenkomsten dan voortekenen.
Zo zijn boeken van het Oude Testament gejat van joden, die vervolgens vervloekt worden.
Je hebt echt geen Caesar nodig om aan te tonen dat christenen van oudere religies hebben gejat. Pak gewoon de Bijbel en let vooral op terugkerende zinnetjes als "Er is gezegd". Vaak wijst dat, mijns inziens, rechtstreeks naar jatwerk. Veel christenen zijn zo gehersenspoeld dat zij zo'n overeenkomst als een wonder zien. Omdat ze niet durven te bedenken dat er gejat is van oudere geschriften.
Martin Bril's opmerking in De Wereld Draait Door, over mensen die in Sinterklaas geloven, vind ik raak. Zoals ik het begreep vond Bril het zonde dat ongeschoren Jan van Friesland zichzelf te kort deed, omdat mensen die persé willen geloven toch wel blijven geloven.
Ik denk dat zelfs al zou men onomstotelijk wetenschappelijk bewijs vinden dat Jezus een romantisch verzinsel zou zijn, dat christenen dan desondanks tóch nog stug blijven geloven in een wonder. Hun leven hangt er vanaf. Ze hebben hun ziel eraan geofferd.
Je kunt een christen niet tegenspreken. Dat is meestal zinloos en een bron van irritaties. Zelfs al heb je 100% gelijk. Een christen is letterlijk geprogrammeerd om tegenspraak van andersdenkenden af te keuren. Ik spreek uit eigen ervaring, namelijk christelijke zondagsschool én christelijke basisschool. Je moet stug blijven geloven in iets dat onzichtbaar is, en dán pas ben je sterk. Christenen zeggen gewoon, als het moeilijk wordt: "Ja maar dat geloof ik zo." Klaar. En daar zit je dan op televisie, met je ongeschoren hoofd.
Een ongeschoren hoofd is voor een christen ironischerwijs eerder een bewijs dat je van de duivel komt. Ziet toch hoe ongelukkig je wordt van kritiek op onze lieve Jezus. Bekeer je! En zo ondergraaf je jezelf.
Zelf vind ik het heel goed dat die Caesar-theorie behandeld wordt. Op z'n minst krijgen veel christenen een koekje van eigen deeg, als ze de gedachtengang achter de theorie onzin vinden. Want als zo'n theorie onzin is, waarom gelooft men dan wel in een verband tussen het Oude Testament en het christendom? Je kunt je bijvoorbeeld afvragen: Zijn een aantal overeenkomsten tussen Mozes, Elia en Jezus ontstaan uit kopieerwerk? Was Jezus Mozes? Was Jezus Elia?