Daniel73 schreef:In 'Het land van Maas en Waal' rijmt Lennaert Nijgh "hand" met "hand". Maar wel op zo'n manier dat het amper opvalt.
Daniel73 schreef:In Nijgh's 'Vertrek' vind ik "aan de beurt is" rijmend op "gebeurd is", heel lelijk. Ik vind dat Boudewijn er op de plaat ('Van een afstand') hoorbaar over struikelt. Alsof hij zichzelf forceert om toch een verschil van klank aan te brengen.
Daniel73 schreef:Later vroeg iemand aan mij hoe ik het lef had om een van de beste tekstschrijvers van Nederland te benaderen met een eigen maaksel.
Herfstblaadje
In een klinisch appartement
Zonder bloemen en planten
Waaide een herfstblaadje binnen
Ritselend hoorde je het vallen
Later lag het er ook echt
Je troostte het eenzame blaadje
Blijf maar lekker liggen
Hier is het droog en warm
En je keek voortaan televisie
Midden in de natuur
Echte mannen
Vrouwen moeten vaker
Naar een mannenkroeg gaan
Daar zitten mooie mannen
Die leven bij de dag
Mannen die misschien nog
Hun kind in de steek laten
Zeldzame mannen dus!
Kunstenaars en autowassers
Ingenieurs en ambtenaren
Hondenbrokkendraaiers
Sigaartjes rokend
Mijmerend over het leven
Joegoslavië
Wat zal het mooi zijn
Als de Balkan hierheen komt
Weidse groene heuvels
Armoede in houten boerenhutten
Tochtige kamers in grauwe steden
Hard en duidelijk pratende vrouwen
Met diepzinnige opmerkingen
Een lam slachten, tegen hooi duwen
Zoveel gevoel, zoveel ziel
Waarom noemen ze ons criminelen
En leeft enkel het beeld
Van die dronken man op straat
Die zijn vrouw gaat slaan
Frank schreef:Je schrijft mooie gedichten, Caspar. Zeker voor iemand die net op de middelbare school zit. Deze voorsprong moet je niet uit handen geven. Ik zou in ieder geval alle teksten die je nu schrijft bewaren om er later uit te kunnen putten.
Frank schreef:Een poging tot liedtekst.
IJsvrij
Oude mannen pootje over
Krakend zoemend over ijs
Koude droge lucht en leegte
Brengen mij nu van de wijs
Oude mannen witte snorren
Minnig meisje krullend haar
Uit de sneeuw komt deze muze
Dit lief blondje raakt een snaar
Op ’t bevroren helder meertje
Met dit droevig ijzig weertje
En het koek-en-zopie sfeertje
Geleek zij net een dartel veertje
Vrije dagen, niet te werken
Vrije dagen zijn een reis
Deze meestal mooie dagen
Brengen mij nu van de wijs
Kijk ze praat nu met haar ogen
Als het ijs nu maar niet smelt
Als bevroren sta ‘k te kijken
Want o wee ik ben geen held
Vrije dagen, niet te werken
Vrije dagen zijn een reis
Deze meestal mooie dagen
Brengen mij nu van de wijs
Smekend tot de wintergoden
Hoopte ik op zeggingskracht
Met m’n knieën op het ijs
Om te zeggen wat ik dacht
Om te zeggen wat ik dacht
Kom je schaatsen vannacht
Want je ogen staan zo zacht
Vrije dagen, niet te werken
Vrije dagen zijn een reis
Deze meestal mooie dagen
Geven zelfs verlangens prijs
Oude mannen pootje over
Krakend zoemend over ijs
Koude droge lucht en leegte
Over alles ligt een laagje grijs
Koude dagen, niet te werken
Koude dagen guur en grijs
Deze meestal stille dagen
Brengen mij nu van de wijs
Vogels trekken uit de bossen
Want ze vinden het te koud
Vliegensvlug naar de stad toe
Omdat iedereen van warmte houdt
Koude dagen, niet te werken
Koude dagen guur en grijs
Deze meestal stille dagen
Brengen mij nu van de wijs
Oude mannen witte snorren
Minnig meisje blonde krullen
Uit de sneeuw komt deze muze
En mijn hart begint te brullen
Op ’t bevroren helder meertje
Met dit droevig ijzig weertje
En het koek-en-zopie sfeertje
Geleek zij net een dartel veertje
Warme dagen, niet te werken
Warme dagen op het ijs
Deze meestal kille dagen
Brengen mij nu van de wijs
Kijk ze praat nu met haar ogen
Als het ijs nu maar niet smelt
Als bevroren sta ‘k te kijken
Want o wee ik ben geen held
Warme dagen, niet te werken
Warme dagen op het ijs
Deze meestal kille dagen
Brengen mij nu van de wijs
Smekend tot de wintergoden
Hoopte ik op zeggingskracht
Met m’n knieën op het glas
Om te zeggen wat ik dacht
Om te zeggen wat ik dacht
Kom je schaatsen vannacht
Want je ogen staan zo zacht
Warme dagen, niet te werken
Warme dagen op het ijs
Deze meestal kille dagen
Geven zelfs verlangens prijs
Frank schreef:Er zaten twee thema's door elkaar verweven. Het is inderdaad beter om het alléén bij de kou en bij de muze te houden. Ook het contrast tussen koud en warm is een goed idee. Ik heb daarom jouw aanbevelingen doorgevoerd. En nog een paar regels aangepast en een couplet en een refrein toegevoegd, omdat de ontmoeting met de muze anders te snel komt en er onvoldoende gebruik kan worden gemaakt van het contrast.Oude mannen pootje over
Krakend zoemend over ijs
Koude droge lucht en leegte
Over alles ligt een laagje grijs
Koude dagen, niet te werken
Koude dagen guur en grijs
Deze meestal stille dagen
Brengen mij nu van de wijs
Vogels trekken uit de bossen
Want ze vinden het te koud
Vliegensvlug naar de stad toe
Omdat iedereen van warmte houdt
Koude dagen, niet te werken
Koude dagen guur en grijs
Deze meestal stille dagen
Brengen mij nu van de wijs
Oude mannen witte snorren
Minnig meisje blonde krullen
Uit de sneeuw komt deze muze
En mijn hart begint te brullen
Op ’t bevroren helder meertje
Met dit droevig ijzig weertje
En het koek-en-zopie sfeertje
Geleek zij net een dartel veertje
Warme dagen, niet te werken
Warme dagen op het ijs
Deze meestal kille dagen
Brengen mij nu van de wijs
Kijk ze praat nu met haar ogen
Als het ijs nu maar niet smelt
Als bevroren sta ‘k te kijken
Want o wee ik ben geen held
Warme dagen, niet te werken
Warme dagen op het ijs
Deze meestal kille dagen
Brengen mij nu van de wijs
Smekend tot de wintergoden
Hoopte ik op zeggingskracht
Met m’n knieën op het glas
Om te zeggen wat ik dacht
Om te zeggen wat ik dacht
Kom je schaatsen vannacht
Want je ogen staan zo zacht
Warme dagen, niet te werken
Warme dagen op het ijs
Deze meestal kille dagen
Geven zelfs verlangens prijs
Frank schreef:Knieën op het glas = knieën op het ijs
Keer terug naar Eigen creativiteit
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers. en 5 gasten