Natuurlijk! Als ze nu gewoon met wat grote staven ijzer dat gat afsloten konden ze gewoon verder. Maar zou iemand al zo vroeg in het spel zijn beurt op willen geven aan zo’n handeling die niet de ander om zeep hielp?
Bert ging eerst maar eens op zoek naar zijn held Toolan. Hij klom over de uitsteeksels heen. Wel lastig, zo zonder touw. Waarom had hij al die worms-assesoires niet?
Na enige tijd bereikte hij Toolan. Tenminste, hij kwam op een uitsteeksel vlak bij de zee. Toolan zat hieronder op een klein randje.
”Toolan! Wat doe je daar!”
“Ik wacht hier veilig tot mijn kansen keren!”
Heel strategisch verantwoord met zo’n beginpositie, uiteraard.
“Er is een gat in het spel! De nullen en enen komen eruit! Die zullen ons allemaal tot cijfertjes converteren, schat ik zo, als het bij ons komt! Je moet iets doen!”
“Ehm... een luchtaanval?” vroeg Toolan.
”Ik denk dat het daar GROTER van wordt!”
“Zeer goed mogelijk, zeer goed mogelijk...” overwoog Toolan.
“Iemand moet het met balken ijzer afdekken!”
“Goed idee!” zei Toolan. “Ga je gang!”
”Ik heb ze niet.”
”Hoezo, ik heb ze niet? Je zit toch in het spel?”
Bert keek om zich heen. Zou hij zelf ergens zo’n balkje opzij hebben met allemaal spullen erin die hij eruit kon pakken? Hij zag het niet.