A TOUCH OF TOOLAN
“Rattattattatat! Rattatattatat!”
Overal om hem heen mittrailleurs. Tientallen mensen met handgranaten. Een boordevol mijnenveld. Een tamelijk stevige tank. Hij had weinig keus. Hij moest hier doorheen komen. De krijgsgevangenen rekenden op hem.
Hij gaf een dot gas en ramde zijn tank door alle bedreigingen heen. Hij hoorde flinke knallen, maar wist de hut van de krijgsgevangenen te bereiken. Met luid gekraak hoorde hij de hut instorten.
“STOP!” riep de boos kijkende kleine man die eruit kwam. “STOP! Verdorie! Wat is dit nu weer?”
“Wat?” vroeg Pjotr Roodnek, die in de tank zat.
“Je moest de krijgsgevangenen bevrijden! Nu kreeg ik balken bovenop mij. Waarom rijd je hun gevangenis kapot?”
“Dan kunnen ze eruit kruipen?”
“ALS ze nog leven, ja!”
Pjotr zuchte. Hij had niet zo’n behoefte aan al die regeltjes die generaal Martens van het Benjaanse leger hem bij wilde brengen. Hij zat in het leger voor de actie. Hij was een tamelijk goed voorbeeld van de moderne actieheld. Zijn dag was goed als hij met een tank over vijfentwintig mijnen was gereden. Of als hij in een schuurtje opgesloten een enorme contraptie kon bouwen waarmee hij zichzelf een weg schietend naar buiten kon banen.
De generaal wilde hem bijbrengen dat geweld niet altijd leuk en ontspannend is, als op televisie, maar dat er echt iemand gewond kan raken. Dit soort minder fijne kanten eraan besefte hij zich liever niet. Liever had hij dat iedereen zich gewoon aan de ‘ere-gewelds-code’ hield, zoals op televisie.
“Schiet nooit raak als je op iemand schiet. Hooguit als het grappig is (hagel in achterste?). Schiet hooguit op banden van auto’s. Zorg alleen voor ontploffingen als IEDEREEN er ongedeerd uit kan lopen en slechts wat zwart geblakend is. Zorg dat de situatie niet zo ernstig wordt dat er niet een grap gemaakt kan worden door de winnaar waar hartelijk om gelachen kan worden.”
Als de wereld echt zo simpel kon zijn… gewoon zinvol en lollig geweld, meer niet. Was de wereld maar één grote jaren ’80 serie.
Het Benjaanse leger had uiteraard dit wel als doel. Een van hun grootste strategieën was de wereld veranderen in een jaren ’80 serie. Daarom ontwikkelden ze vooral materiaal wat grote explosies en chaos gaf, maar wat geen mensen doodde. Hier werd ook veel onderzoek naar gedaan. Veel geschreeuw en weinig wol was het uitgangspunt. Mooie lichtjes en geluidjes, dat was waar het om draaide.
“Begrijp je het?” vroeg generaal Martens. “Mooi, dan hebben we een mooie leerweg voor je. Je moet leren dat het echte leven geen speeltuin is. Daarom moet je met die tank de echte wereld in. Maak een reis. Zie maar even waar naar toe. Gewoon in je tank. Kijk maar hoe dat in de echte wereld eraan toe gaat.”
“Ik krijg vrij en mag de tank meenemen?” vroeg Pjotr.
“Natuurlijk. Standaard procedure in het Benjaanse leger.”
“Maar waar zal ik heen gaan?” vroeg hij zich af.
Gelukkig hoefde hij niet lang na te denken toen zijn oude vriend Bert belde. Bert vertelde hem hoe hij net terug was gekomen uit ‘De Strijd der Titanen’, waar hij terecht was gekomen in een poging ene Toolan de hand te schudden. Bert had een nieuw plan, maar daarvoor moest hij naar Engeland. Pjotr had toch al geen reisdoel en begon zich af te vragen of zijn tank op een van de lijndiensten naar Engeland zou passen.