door Duckfan van McDrake Disne » do jul 08, 2010 5:44 pm
Het nieuwe hoofdstuk heeft nog veel van z'n oude tekst. En een hoofdstuk langer dan dit gaan jullie niet krijgen, want dit is precies 1 A4 op Word.
Ook heb ik de oplossing gevonden waarom mijn eerste tekst het niet "deed". Het is altijd een filmscript geweest, en als je dat zomaar naar bokvorm gaat vertalen, is dat een hele overstap. Maar ik ben er een beetje in aan het komen. Meer absurde humor!
HOOFDSTUK VIJF – VIVA ITALIA!
Zij, Bella Boedival, had het toch maar goed geregeld. Ze kende iemand die helikopterpiloot was, en hij was zo aardig geweest om haar helemaal tot Rome te vliegen. Rome, in Italië. Ze wist zeker dat de rest niet zo'n geluk had. Ze zou als eerste aankomen en dan miljonair worden. En dan de rest uitlachen. Want ze was met dit reisschema binnen tien dagen thuis. De rest, die waren op weg naar Duitsland, de A2, en zijn opa. Dat was het bewijs: zij was het slimste en kwam het verste! En er stond genoeg op het programma in Rome. Niet luieren, maar een bootje kopen en gaan varen. Anders kwam je in die gebieden nergens.
“Bella, we kunnen opstijgen! De helikopter staat aan!”
Viva Italia, zoals ze zeggen. Arriverderci, Nederland!
Be bop bom, be bop bop bop bopbop bop bom! Be bop bom! Hij ging nou rond de wereld. En hoe kom je het snelste rond de wereld? Via de snelweg. Dus liep hij nu richting de A2. Onderweg, op de Bassin, kwam hij iemand tegen. Een best normaal uitziende man.
"Pst! Psst! Ik heb op je gewed! Ik ben een van de weinigen, aangezien je blijkbaar niet zo'n licht bent. Maar daarom ben ik hier. Ik ben namelijk piloot, en je mag met me mee vliegen naar Rome. Italië, weet je wel? Kom maar mee."
Dat ging dus goed. Hij was op weg naar Italië, zonder ook nog maar iets uitgepland te hebben. Carl Carlsten had voor de zoveelste keer ongelijk. Hij ging naar Italië, zonder ook maar iets uitgepland te hebben. Viva Italia! Arie verder-tsjing!
Stiekem had Calvin wel een idee gehad, maar hij was niet zo stom geweest als Carl om het tegen iedereen rond lopen te schreeuwen. Zijn opa, dat was de schakel. Hij zou hem wel ergens heen rijden. Zijn opa woonde iets buiten de stad, en om half een was hij daar. Opa kennende, was hij een route aan het uitstippelen rond de hele wereld.
En… dat had hij dus niet gedaan. De altijd aardige, lieve oude man wilde hem nergens heenrijden. Flauw hè?
Gelukkig kwam hij een man tegen en die zei:
“Pst! Psst! Ik heb op je gewed! Ik zag dat je opa je nergens heen wilde rijden, en daarom ben ik hier. Ik ben namelijk piloot, en je mag met me mee vliegen naar Rome. Italië, weet je wel? Kom maar mee.”
Italië dus! Viva Italia, zoals ze zeggen. Hij zal wel de enige zijn geweest met zoveel geluk. Die anderen? Die zullen vannacht wel ergens vastzitten in het Zwarte Woud. Zeker niet verder.
Hij ging naar Schiphol met de trein van 12.42 uur, en om half drie was hij op Schiphol. Hij geloofde zijn ogen niet: Carl!
“Carl, gast, wat doe jij hier?” vroeg hij.
“Calvin? Wat doe jij hier?”
“Ik ga met het vliegtuig naar Rome.” antwoordde hij.
“Ah, wat leuk. Ik ga naar Berlijn.”
“Nou, ‘k zie je aan de andere kant van de wereld. Tot dan!” En hij ging.
“Tot dan!”
Toen ging hij het vliegtuig in. Toen ze bij de Alpen kwamen, moest hij plassen. Hij wam terug, en wat zag hij: Stan. Stan, de enige echte Stan, zat ook in het vliegtuig naar Rome. Had hij dat maar wat eerder opgemerkt. Blijkbaar had de piloot aan hun allebei hetzelfde verhaaltje verteld. En net toen ze dat zaten te bespreken, kwam de piloot.
“Kom eens mee. De co-piloot heeft het stuur overgenomen, dus ik heb mijn handen even vrij. Hier, neem een parachute. Ik ben de slechtste nog niet.”
Toen opende hij een luik en duwde hij hun eruit.
“Prettige val nog! HAHAHAHA!!!! DU DU DU DUM!!”