door Duckfan van McDrake Disne » di jul 06, 2010 2:04 pm
Ik heb de eerste twee hoofstukken herschreven, een paar stukken laten zitten, en hoofstuk 2 in 2 delen opgedeeld. Ik denk dat het nu beter is geschreven. Ook heb ik de naam Helena T'Erreure (een Hortensia McDuck-achtig type) herschreven naar Bella Boedival (iemand die snel geirriteerd is). Als ik straks bij Rusland ben, verzin ik wel weer wat. Hier zijn de herschreven eerste hoofdstukken!
PROLOOG
Hij wist niet hoe hard hij moest rennen. Hij wist niet dat hij zoveel conditie had. Hij wist dat dit fout zou gaan, vanaf het begin al. Want hij, Carl Carlsten had de grootste fout in zijn leven gemaakt door mee te doen aan deze race. Hij, en drie anderen uit zijn klas waren aan het rennen. Dat was dan het resultaat. Maar het had veel erger kunnen uitlopen, gelukkig. Jep, dat was typisch Carl Carlsten. Altijd optimistisch. Bijna altijd, dan. Op dit moment wist hij niet veel te verzinnen. Op 4 juli was het beter geweest. Meestal was hij optimistisch. En ach, in fictie vind je altijd erger. Zelfs met optimisme: kijk maar naar Pollyanna. Hoewel, dat was al in geen 50 jaar meer op TV geweest. Niemand kende het meer. Ah, 50 jaar geleden, toen was het leven veel beter. Rustig, om mee te beginnen. Ten tweede waren de stripboekjes die nu een paar tientjes waard zijn, kon je toen voor een dubbeltje in de winkel kopen. Aan de andere kant, wat had hij te zoeken in die tijd? Hij kon beter een verhaal gaan schrijven over een vriend die een tijdmachine had gebouwd. En dan zou hij vast komen te zitten in het jaar 1950. En dan het mooie leven leiden. Maar nu was hij weer eens gek aan het doen. En gek doen, dat mocht niet. Dan kijken mensen je tegenwoordig raar aan. Ach, zijn kinderen zouden hem ook raar aankijken als hij hen over de afgelopen maand zou vertellen. En misschien zou het hem wel goed doen, om de afgelopen maand eens samen te vatten. Als hem dat maar lukte, een maand samenvatten en rennen tegelijk. Dat ging wel. Hij had wel eens raardere dingen gedaan. Zoals die keer in Warschau. Maar dat komt nog wel. Hij begon bij het begin, precies 31 dagen geleden, op die noodlottige dag, 9 juni…
HOOFDSTUK EEN – ZOMERVAKANTIE, EEN MAN EN EEN LIMONADEKRAAM
Het was 9 juni. Vandaag was Donald Duck jarig. Het goede aan 9 juni. Toen was 9 juni nog een en al goed. Dat zou snel veranderen. Maar nu eerst Donald Ducks verjaardag. Dat wist hij goed, want hij was een grote Donald Duck verzamelaar. Vandaag, een x-aantal jaar geleden, op 9 juni 1934, trad Donald Duck voor het eerst op in het filmpje "The Wise Little Hen". Hij had het op DVD, een van de Walt Disney Treasures collectie. Oh, hij had niet alleen die DVD, hij had ook honderden, meer dan anderhalf duizend Donald Duck weekbladen. Maar dat terzijde. Dat wilde toch niemand weten.
Hoe dan ook, vandaag was woensdag 9 juni en de proefwerkweek was afgelopen. Op een woensdag. Het was meer een proefwerkweek-plus-weekend. Maar ja, dat lag nou achter hem. Het was nu zomervakantie en binnenkort zou hij naar de tweede klas gaan, samen met al zijn vrienden. Wat was het toch vroeg zomervakantie! Maar ja, zijn school was altijd al een buitenbeentje geweest qua vakanties. Zo kregen ze afgelopen jaar pas kerstvakantie na kerst. Het heet kerstvakantie! Dat hoort rond kerst te zijn! Vakantie vanwege kerst!
Maar nu hadden ze vakantie vanwege de zomer. En daarom gingen ze vandaag voor de laatste keer in anderhalve maand de school uit, met een lege schooltas. Zo naar de fiets en dan naar huis. Een dikke anderhalve maand rust, dat had hij wel verdiend. Maar die rust werd verstoord door een stem van een man. Die man kende hij toen nog niet, maar algauw zou hij hem kennen als Dirk Rijckaard, de gepensioneerde bankier.
"Win hier een miljoen euro! Een makkelijke manier om geld te verdienen!"
Hij zag bij de fietsenstalling een man in de zestig staan, achter een ouderwets limonadekraampje. Er stond op: WIN EEN MILJOEN. Dat was nu wel duidelijk. Wat ook duidelijk was, was dat niemand naar hem luisterde. Iedereen had het te druk met zomervakantie vieren, of te godveren omdat een enorme file van fietsen stond bij de uitgang, omdat het hek nog niet open was. Het was wel open, maar iedereen moest er een voor een door.
De volgende reactie kwam van Stan. Stan met de onuitspreekbare achternaam. Maar hij, Carl Carlsten wist hem te onthouden. Het ging zo: Llanfair…pwllgwyn…gyllgogerych…wyrndrobwllllantysilio…gogogoch. Dat sprak je uit als Ghanbarpushkingeskogerghwirandroboghantasiliogogogoch. Zeg dat wel.
Stan zei een zin die hij nooit had mogen zeggen: "Een miljoen euro! Da's wel een hoop geld!"
Stan was altijd wel een raar type geweest. Maar dat vond niemand erg. Wat erger was, was dat hijzelf blijkbaar een raar type was. Dat vond hij niet. Dat zijn grappen nooit helemaal er goed uitkwamen (vaak wel) en dat hij een overgrote stripverzameling had, had hij nooit echt zo erg gevonden. Maar ja. Zo erg was het nou ook weer niet. Dus hij liet het maar gaan.
HOOFDSTUK TWEE – VIER NAMEN OP EEN BLAADJE
Stan stond ondertussen al bij het kraampje. De man was allerlei dingen aan het uitleggen, maar het enige wat hem bijbleef, was iets in de trant van:
"Ga rond de wereld binnen een maand en je wint een miljoen!"
Hij had nooit begrepen wat voor een laag IQ Stan had, want algauw pakte hij een pen die daar lag, en tekende een briefje. Hij had getekend.
Nu zat er tussen hun vier ook een meisje, waarvan hij de naam niet durfde uit te spreken. Hij te bang om dan te gaan blozen. Gelukkig voor hem hielp het universum hem een handje. Hij bloosde bijna nooit van de buitenkant. Hij durfde wel aan haar te denken. Bella Boedival.
Hij was namelijk verliefd op haar, maar heeft het hele jaar door niks durven zeggen. Zij tekende nu ook. Dat zijn twee namen. Ze kon Stan namelijk niet alleen laten gaan vanwege zijn extreem lage intelligentie. Ze had een punt, Stan zou ergens in Azië blijven steken, en de rest van zijn leven als Mongoolse yakherder werken. Niet dat dat veel van zijn huidige leven zou verschillen, hij was namelijk boer in ruraal Brabant. Niks tegen Brabant.
Maar ja, met z'n tweeën kom je ook nergens als prepubers en algauw had de andere vriend, de heer Calvin Lutter, zich aangemeld. Deze had namelijk altijd wel wat te zeggen. Soms was het wel grappig, soms gewoon veel te laat. Hierdoor is ook het zogenoemde Nemo is ook een clownvis-syndroom ontdekt. Alweer, geen echt syndroom, maar gewoon een hele flauwe grap. Hoewel, dit gebeurde nogal vaak. Maar op het Nemo is ook een clownvis-syndroom wilde hij niet te ver in gaan denken. Dat verklaarde hij wel een andere keer.
Nou is hijzelf, kort door de bocht gezegd, een reisgek. Ook heeft hij aanvallen dat hij iets stoms doet, en daarna niet weet waarom hij het eigenlijk heeft gedaan. Gewoon geen controle over zichzelf. En algauw was het onheil geschied: hij had ook dat blaadje getekend. Het leek niks, maar het was heel wat. Vier namen op een blaadje.