Na tien jaar een poging tot het delen van informatie uit een handvol ontmoetingen met Lennaert Nijgh. Informatie van hem over zijn werk.
Hij sprak tijdens de ontmoetingen liever over van alles, dan over zijn werk.
Nijgh, 's nachts, begin juni 2000. D'Oude Florijn
Naar aanleiding van een fantekst over een zee van waanzin, een psychologische zee:
- Dit is niet te zingen. Als je zou dansen, zou je bij je partner op de voeten gaan staan.
- Beweegt handen verticaal naar elkaar. Ten teken dat de tekst beknopter moet zijn.
- Fan legt uit dat het geen echte zee is, maar een gedachtenzee, in het hoofd. Nijgh antwoordt, dat dit hem duidelijk is.
- Reddingsboot is reddingboot.
- Hier moet jij harder aan werken. (Niet onder de indruk van maanden werk.) Het ei is vierkant, en het gat is rond; dat gaat van auw.
- Klemtonenleer over "trochees" en "jambees" zegt hem niets, of interesseert hem niet. Hij adviseert om te schrijven op een melodie. Maakt niet zozeer uit wat, omdat de componist voor de uiteindelijke muziek zorgt.
- Hij schrijft op een melodie en hoort daarbij het orkest in zijn hoofd. Dat van dat orkest zegt hij met nadruk.
- Over 'Moeder Medea' als modeltekst. Hij vertelt dat hij die tekst pas later geschreven heeft, toen hij wat meer ervaring had. Een tekst die veel vergt van de componist. Voor een beginneling vindt hij die tekst niet geschikt om te gebruiken als model. Als zijn werk model zou moeten staan, adviseert hij een andere tekst om mee te beginnen. Denkt even na en noemt een voorbeeld. (Vergeten welke. Misschien noemde hij 'Het land van Maas en Waal'?)
- Als reactie op de verbouwereerde fanschrijver: "Ja, ik blijf streng."
- Over het leren tekstschrijven. "Daar zijn boeken over. Ik kan je niet leren lopen." En: "Geen publiek in de keuken."
- Tango past goed bij de Nederlandse taal, qua ritme. Citeert als voorbeeld de beginregel "Opa, kijk ik vond op zolder." ('Zuiderzeeballade'.)
- Noemt gedurende het gesprek allerlei literatuur en schrijvers. Bijvoorbeeld Drs. P., die strenger rijmt. (Geen "ei" op "ij" rijmen.) Hij draagt uitbundig, luid van een dichter een klankdicht voor, dat volgens hem tot kamervragen heeft geleid. Misschien iets uit de jaren '50. Een en ander zou te maken hebben met pedofilie, of tenminste als verdenking. Het klankdicht heeft lange klinkers, lange o's en/of lange oe's.
- De fan herkent, zoals in het vorige punt blijkt, lang niet alles wat Nijgh noemt. Waarop Nijgh streng vraagt, op welke school de fan heeft gezeten. De fan wijst op een middelbare opleiding, wegens concentratie-problemen. Hij zegt, dat hij ook moeite met school had, maar dat hij er met de "lange lat" doorheen geslagen is.
- 'Verdronken vlinder'. Gevraagd of "mei" een woordspeling is die ook als "vlinder die verdronken is in mij" uitgelegd kan worden, zegt hij nadrukkelijk dat het alleen de maand mei is. De man met wie hij aan tafel zit, zegt dat de woordspeling anders best interessant is. Waarop Nijgh vertelt over new-age-aanhangers die van alles in 'Pastorale' menen te horen. (Voor zijn eigen woorden over 'Pastorale', zie een interview uit een televisie-serie over het Nederlandse lied. Uitgezonden in 2000-2001.)
- Fan noemt vragend de titel van mysterieuze liedtekst 'Zij zijn goed'. Nijgh reageert meteen, beslist: "Die is niet van mij."
- Is onder de indruk van 'Paradise By The Dashboardlight', van Meat Loaf. (Tekst en muziek van Jim Steinman.)
- Over de Hommage van april dat jaar. De fan vertelde, onder de indruk te zijn van hoe Cobi Schreijer met een hand leunend op de piano, zoveel indruk maakte. Nijgh maakt dit af met: "Ze hield met één hand de piano vast, en met de andere de zaal."
Noot: Mogelijk heeft Nijgh de regel "Opa, kijk ik vond op zolder" zingend voorgedragen. En anders, de tekst die hij adviseerde om mee te beginnen. Het ging om een enkele regel, maar de fan keek met grote ogen op: Nijgh zingt!
Nijgh, kleine uren van 23 september 2000. D'Oude Florijn
- 'Moeder Medea' is bedoeld met "glazen lampion". Dit als antwoord op de vraag/opmerking dat het woord "glazen" is weggevallen in minstens twee van zijn tekstboeken.
- Wat vindt hij zijn beste tekst? Antwoord: "Die moet ik nog maken."
Nijgh, 's nachts, half februari 2001. D'Oude Florijn
Naar aanleiding van een uitwerking van de in juni 2000 besproken fantekst.
- Over fanregels "Verlangens (diep en half vergaan) / naar iets als leven vóór de dood", zegt hij dat haakjes niet te zingen zijn. Hij wijst op het publiek, dat niet kan meelezen en het moet hebben van een mondelinge overdracht. Misschien zegt hij, dat interpunctie in zijn algemeen niet te zingen is. In elk geval maakte hij bezwaar tegen de haakjes.
- Hij zou de muziek moeten horen, voor een goed oordeel. Zegt hij wat afstandelijk.
- Hij heeft thuis ook zoiets liggen. Op de vraag wat precies, knikt hij naar de tekst die voor hem ligt. Wat hij bedoelt blijft vaag, bij de fan.
Nijgh, nacht 29-30 november 2001. Wapen van Bakenes
- Gevraagd naar de betekenis van 'De Engel is gekomen', zegt hij alleen: "Er staat wat er staat." En hij herhaalt dat, nadat de fan doorvraagt over wie of wat die "Engel" is. Ook zegt hij, dit een van de betere werken te vinden op de CD 'Een Nieuwe Herfst'.
- Een belangrijk deel van deze ontmoeting ging over op papier afgedrukte delen van de Nijgh-site. Nijgh bladerde het papierwerk geduldig door en nam de tijd om het een en ander te lezen. Hij was geïnteresseerd in de verzamelde informatie, maar vond het wel zwaar (om ermee geconfronteerd te zijn).
Nijgh, 2001. Liedteksten.
Speculatie over wat Nijgh mogelijk thuis had liggen, dat zou overeenkomen met de fantekst. (Zie februari 2001.) De fan dacht toen overigens niet aan nieuw werk. En als het niet om een versie van onderstaande titels gaat, blijft de vraag wat het dan wel is geweest.
- Het onvoltooide "Eiland in de verte" verwijst naar golven van witte waanzin. De ik-persoon bevind zich doelloos op zee.
- In 'De Winter' bevindt de ik-persoon zich ook op zee: "Geen haven die mij wacht." De fantekst had, inferieur, de regel: "Een haven is voor mij te laat".
De regels "Ik heb mijn dorst naar jou mijn liefste / aan de zoute zee gestild" lijken qua opbouw op wat de fans vergeefs probeerde met haakjes. (Zie februari 2001.) De fan hoorde het in een live-uitvoering als "mijn dorst, mijn allerliefste, aan de". Misschien is de kunst, dat ook de verkeerd gehoorde regels te volgen blijven voor het publiek.
De woorden "verslaafd, verdoofd, verblind" hebben misschien wat weg van "verlangens" en "verzonken", waarmee in de fantekst respectievelijk het 2e en 3e couplet begonnen. Het gebruik van de lettergreep "ver" heeft bij Nijgh meer nadruk: ver, ver, ver.
- De fantekst verwees naar "tegenwind" en "storm".
De verschillen zijn mogelijk ook interessant. Ondanks het noeste werken aan een zee van waanzin, had de fan niets over zout zeewater drinken. Nijgh toont zich op alle punten meester. Alsof hij voordoet, hoe het wel moet.
De fantekst was geïnspireerd op liedtekst 'Nautilus', waarin de zee te horen is als men een schelp tegen de oren houdt. Dat is dus geen echte zee, en de fan borduurde daar op voort.
Verantwoording:
De letterlijke citaten zijn ook uit geheugen. Er was geen opname-apparatuur en er zijn tijdens de gesprekken geen notities gemaakt. Pogingen om het besprokene ter plekke vast te leggen, zouden de spontaniteit van de ontmoetingen geschaad hebben.
Nijgh was geregeld moeilijk te verstaan. Hij articuleerde niet altijd even duidelijk. Desgevraagd herhaalde hij wat hij zei. Wat soms ook moeilijk te verstaan was. Niettemin was hij welbespraakt en kwam zijn Tobiaanse humor geregeld naar boven.
Met "'s nachts" wordt een tijd tussen ongeveer 22:30 - 02:00 uur bedoeld.